CD Recensies

SCRIABIN: POÈME DE L'EXTASE; PROMETHEUS, BOULEZ

Scriabin: Symfonie nr. 4 op. 54 Le poème de l’extase op. 54; Prométhée, le poème du feu op. 60; Pianoconcert in fis op. 20. Anatol Ugorsky met het Chicago symfonie orkest o.l.v. Pierre Boulez. DG 459.647-2 (72’13”). 1995, 1996

 

Scriabin volbracht zijn symfonische reis tot de uiterste grenzen van de tonaliteit in zijn beide eendelige symfonische gedichten Le poème de l’extase (1905/8) en Prométhée, le poème du feu (1908/10). Het zijn de orkestrale tegenhangers van zijn late pianosonates.

Melodieën en conventioneel thematisch materiaal zijn hier nogal ongrijpbaar; in plaats daarvan wordt harmonische progressie gebruikt om het materiaal te ontwikkelen. Verder gebruikt de componist wat hij zelf het ‘mystieke akkoord’ noemde.

Het Poème de l’extase is meesterlijk georkestreerd en de harmonische modulaties met steeds wisselende klankkleuren weerspiegelen Scriabins grote belangstelling voor Debussy’s muziek. De eerste uitvoeringen van dit werk wekten grote opwinding in de muziekwereld; Prokofiev noteerde hoe hij en zijn medestudenten als Miaskovsky onder de indruk waren van deze nieuwlichterij nadat Scriabin het relatief vertrouwde territorium van Prometheus had verlaten; zij wilden het werk graag vaker horen.

Het werk ontleent zijn naam aan de Griekse mythische god Prometheus die de mensheid het vuur bracht en de voorloper was van Mysterium.

Het werk bevat een complexe rol voor de piano en bevat in de slotbladzijden niet alleen ruimte voor een koor, maar ook voor een lichtorgel dat in plaats van geluid gekleurd licht moet projecteren overeenkomstig bepaalde akkoorden.

De analytische geest van Boulez wordt niet zo snel geassocieerd met het geparfumeerde hedonisme van Scriabins muziek, maar gezegd mort worden dat hij Prometheus prachtig vorm geeft en zorgt dat het werk niet desintegreert (wat maar al te makkelijk mogelijk is). Er zijn Russische uitvoeringen van het Poème de l’extase die meer vuur en sensualiteit bezitten – Svetlanov op BBC Legends BBCL 4121 bijvoorbeeld – maar met zijn aandacht voor structurele cohesie maakt ook Boulez een goede indruk.