Shostakovich: Lady Macbeth van Mtsensk op. 29. Galina Vishnevskaya, Nicolai Gedda, Dmiter Petov, Werner Krenn, Robert Tear e.a. met het Ambrosian operakoor en het Londens filharmonisch orkest o.l.v. Mstislav Rostropovitch. EMI 749.955-2, 567.776-2, 371.234-2 (2 cd’s, 2u. 34’24”). 1978
Shostakovitch enige opera van betekenis en grote lengte, Lady Macbeth van Mtsensk werd na de première op 22 januari 1934 in Leningrad welkom geheten als een baanbrekend en origineel werk. Dra volgden opvoeringen buiten de Sovjet Unie, maar in december 1935 bezocht Stalin zelf een voorstelling.
Het resultaat was een hoofdartikel in de Pravda waarin het werk werd gekleineerd en afgekeurd als ‘onrustige, schreeuwerige, neurotische muziek’ en waarin de componist werd bespot omdat hij sympathiseerde met een door en door verdorven titelheldin – een verveelde overspelige die haar echtgenoot vermoordde en met haar minnaar naar Siberië werd verbannen en door zelfmoord een einde aan haar trieste leven maakt.
De autoriteiten misten totaal de dodelijke sociale satire van het werk en eisten een herziening. Shostakovitch haalde daarna gehoorzaam de scherpe kantjes van wat hij ‘de dierlijke erotiek’ af en in 1956 kwam het werk opnieuw tevoorschijn als Katerina Izmaylova.
De grootste kracht van de oorspronkelijke Lady Macbeth schuilt in de orkestpartij, een briljante, felbonte schepping in primaire kleuren, stuwende ritmen en wilde dissonanten. Zelfs huidige luisteraars kunnen het daar nog moeilijk mee hebben, maar als consequente dramatische opera kan Lady Macbeth de vergelijking met Wozzeck aardig doorstaan.
De karaktertekening en de sfeer worden voornamelijk door het orkest bepaald en minder door de solisten. Shostakovitch schreef ook nooit zo dankbaar voor de menselijke stem.
Waarschijnlijk is dat ook de reden dat hij nooit toe kwam aan het afmaken van een geplande opera tetralogie over vrouwen die zou moeten eindigen met een werk over een hardwerkende employee van de hydro-elektrische centrale aan de Dnjepr, hoewel het net zo goed mogelijk is dat hij met de aankondiging van een vervolg slechts lippendienst bewees aan de hogere machten.
Soms had Rostropovitch de neiging om wat zorgeloos en traag met door hem gedirigeerde muziek om te gaan, maar hier klopt vrijwel alles in een levendige uitvoering vol erotische lading. Vooral Rostropovitch’ echtgenote Galina Vishnevskaya in de titelrol met een nu eens prachtig en dan weer passend wat ruwer stemgeluid en Nicolai Gedda als geïnspireerde Sergey leveren grootse prestaties. Petkov zet tot het moment dat hij als geestverschijning opduikt een geloofwaardige sadistische schoonvader neer en ook de rest van de bezetting levert goede prestaties. Deze vertolking is ook op dvd beschikbaar (Carlton ID 5655 CLDVD).
Het enige waardevolle alternatief van belang komt van De Nederlandse Opera met Westbroek en Jansons (Opus Arte OA 0965D).