Shostakovich: Preludes en fuga’s op. 87 nr. 1-24. Tatiana Nikolajeva. Hyperion CDA 66441/3 (3 cd’s, 2u. 45’53”). 1990
Shostakovich: Preludes en fuga’s op. 87 nr. 1-24. Konstantin Sherbakov. Naxos 8.554745/6 (2 cd’s, 2u. 22’59”). 1999
De neiging van Shostakovitch om muzikale ‘signaturen’ aan te brengen, leidde hij af uit de studie van Bachs muziek. Bach schreef immers wel muziek waarin de noten van de muziek waren gerelateerd aan de letters van zijn achternaam die hij als thematisch materiaal verwerkte. Met de letters SCH lag dat wat lastiger tenzij men die S als Es en de H in het Duits als b opvat.
Een interessanter product van deze onderdompeling in Bach zijn de 24 Preludes en fuga’s op. 87 die in 1950-1951 werden geschreven voor de Russische pianiste Tatiana Nikolayeva. Ze bevatten een prelude en een fuga in iedere toonaard waarmee deze omvangrijke compositie de structuur van Bachs Wohltemperiertes Klavier weerspiegelt. Maar de muziek van Shostakovitch is wel mijlenver verwijderd van Bachs barokke decorum. Het gaat om heel persoonlijke stukken die een emotioneel spectrum bestrijken dat haast even groot is als van zijn strijkkwartetten.
Vanaf de eenvoud van de eerste in C tot aan de quasi symfonische grandeur van de laatste in d legt de componist zonder enige terughouding zijn ziel open.
Een Bachrecital door Nikolajeva gaf Shostakovitch de idee om zijn machtige opus 87 te schrijven. Gedurende het werk daaraan diende ze hem van advies. Buiten Rusland was de pianiste nauwelijks bekend tot een paar jaar voor haar dood in 1993. Zij was een briljante pianiste die een sprankelende onberekenbaarheid koppelde aan een krachtige techniek. Een krachtige persoonlijkheid is ook noodzaak om deze werken te spelen. Ze speelt deze muziek alsof haar leven er vanaf hangt. Zo ontstond een superieur document en een mooi testament van een grote muzikale persoonlijkheid. Een tijdlang was deze vertolking de gouden standaard.
Wie Nikolajeva’s klankpalet wat te precieus en pietluttig vindt, is de wat veelkleuriger aanpak van Sherbatov mogelijk aantrekkelijker.Hij brengt ook grotere dynamische contrasten aan en heeft voor de hele onderneming maar twee goedkope schijfjes nodig.
Daarna kwamen anderen als Ashkenazy (Decca 466.066-2), Mustonen (Ondine ODE 1033), Melnikov (Harmonia Mundi HMC 2019/20) en Jarrett (ECM 437.189-2). Maar Nikolajeva is en blijft natuurlijk bijzonder omdat ze zo nauw met de componist was gelieerd en de eerste opname maakte.