CD Recensies

STRAUSS, R.: TILL EULENSPIEGELS LUSTIGE STREICHE; DON JUAN; TOD UND VERKLÄRUNG

Strauss, R.: Till Eulenspiegels lustige Streiche op. 28; Don Juan op. 20; Burleske in d op. 11; Trio en finale uit Der Rosenkavalier op. 59. Resp. Martha Argerich (p), Kathleen Battle (s), Renée Fleming (s), Frederica von Stade (s) en Andreas Schmidt (  ) met het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. Sony SK 52565 (62’37”). 1992  

 

Strauss, R.: Till Eulenspiegels lustige Streiche op. 28; Don Juan op. 20; Tod und Verklärung op. 24. Londens symfonie orkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 410.518-2 (57’46”). 1982

 

Strauss, R.: Till Eulenspiegels lustige Streiche op. 28; Don Juan op. 20; Tod und Verklärung op. 24. Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink. Philips 411.442-2 (59’30”). 1981

 

Strauss, R.: Till Eulenspiegels lustige Streiche op. 28; Don Juan op. 20; Tod und Verklärung op. 24. Detroit symfonie orkest o.l.v. Antal Dorati. Decca 400.085-2 (54’16”). 1980

 

Humor is als regel dun gezaaid in de Duitse muziek en haast niemand zal van Richard Strauss als componist van duistere en stormachtige programmamuziek hebben verwacht dat hij zich in 1895 zou ontfermen over zoiets geestigs als de geschiedenis van Tijl Uilenspiegel. Maar mogelijk zag hij een overeenkomst tussen zijn eigen verzet tegen een conservatieve opvoeding in München en de reeks conflicten van de Middeleeuwse grapjas.

De componist koos voor een korte rondovorm waarin hij de herhalingen van het hoofdthema afwisselt met contrasterende passages. Na een droomachtige expositie wordt de persoonlijkheid van de deugniet mooi met spectaculaire hoornsoli voorgesteld en een snerpende D-klarinet.

Tussen de reprises door zaait Tijl telkens verwarring, wordt hij verliefd en hoont hij een stel dikdoeners voordat hij tot slot wordt opgepakt en wordt opgehangen.

Opnamen genoeg van het werk, maar het aantal dat leuk is gecombineerd, is beperkt en op de Berlijnse uitgave (van een Berlijns Oudejaarsconcert in 1992) na gaat het om nog oudere, misschien niet meer zo eenvoudig verkrijgbare uitgaven. Hoe dan ook: de beide Abbado’s komen op de eerste plaatsen, juist ook omdat hij de rest van zijn programma zo mooi afwerkt.