CD Recensies

STROZZI: SACRI MUSICALI AFFETTI; LIEDEREN

Strozzi: Sacri musicali affetti band I op. 5: ‘Salve regina’; ‘Erat Petrus’; ‘Mater Anne’; Tastegiata nr. 1; ‘Nascente Maria’; ‘Parasti cor meum’; ‘Hodie oritur’; ‘Salve sancta caro’; ‘O Maria’; Gianoncelli: Tastegiata nr. 2; Marini: Per ogni sorte di strumente musicale op. 22; Sinfonia secundo tuono; Merula: Capriccio cromatico; Canzone. Maria Cristina Kiehr (s) met Concerto soave. L’empreinte digitale ED 13048 (70’34”). 1995

 

Strozzi: The unknown Goddess: ‘Ardo in tacito foco’; Lamento ‘Lagrime mie, a che vi trattemente’; ‘Gite, o giorni doenti’. Catherine Bott (s), Paula Chateauneuf (chit), Timothy Roberts (klav.) en Frances Kelly (hrp). Carlton 30366-00412 (69’10”). 1996

 

Barbara Strozzi (1619- ca. 1677) beoefende de ‘stile nove’; van de eenstemminge barokzang die een reactie was op de zwaar aangeklede polyfonie van de Renaissance en die de solostem tot een muzikaal ideaal verhief hoewel ze ook enige twee-, drie- en vierstemmige liederen schreef.

Heel wat Venetiaanse dichters schreven teksten voor haar die meestal gingen over de kwellingen van onbeantwoorde liefdes. Ze maakte daar in een vrije stijl muziek bij en gaf blijk van veel gevoel voor de nuancen en de gevoelens van de tekst.

Hoewel ze helaas nooit een opera schreef, herinnert haar stijl vaak aan die van haar leraar Cavalli, met name in haar langere werken. Het verschil schuilt in een nog groter expressiebereik bij haar en een grote formele vrijheid. De langere cantates bestaan vaak uit diverse gevarieerde gedeelten.

De cantate Lagrimie mie begint met een kreet van verdriet en mengt daarna tranen en zang in een welsprekend chromatisch geheel waarin af en toe melismata de betekenis van de belangrijkste woorden onderstrepen. Niet alle liederen zijn melancholiek: het geestige La sol fi mi re do is bepaald frivool terwijl duidelijk wordt gewezen op een verband tussen zingen en prostitutie.

Strozzi’s regieuze stukken, meestal motetten over de maagd Maria, werden in 1655 als Sacri musicali affetti gepubliceerd en zijn opgedragen aan Anna van Oostenrijk, de aartshertogin van Innsbruck.

Deze stukken zijn formeler en ingetogener dan de seculiere werken, maar in essentie gelijk omdat de teksten op zo persoonlijke, soms haast extatische manier zijn verwerkt. Hoogtepunten zijn Erat Petrus waarin Strozzi twee stemmen gebruikt om de bijbelgeschiedenis van Petrus’ ontslag uit de gevangenis beter te illustreren en het lyrische motet Mater Ana, een lofzang op de moeder van Maria die een dromerige, meditatieve inslag heeft.

Beide zangeressen Kiehr en Bott weten met veel stijlgevoel een juist evenwicht te vinden tussen de mengeling van formaliteit en bijna improviserende flair. De begeleidingen vullen dat prachtig aan.