CD Recensies

SZYMANOWSKI: MYTHES; VIOOLSONATE E.A.

Szymanowski: Vioolsonate in d op. 9; Mythes nr.1-3 op. 30; Nocturne en Tarantella op. 28. Lydia Mordkovitch en Marina Gusak-Grin. Chandos CHAN 8747 (51’55”). 1989

 

Wie verder spit in het vrij omvangrijke oeuvre en kritisch zoekt, kan in zijn werken invloeden herkennen van Wagner, Chopin, Scriabin, R. Strauss, ontmoetingen met Debussy, Ravel en Stravinsky in Ravel voor W.O. I lieten mogelijk ook sporen na. Maar steeds weer blijkt dat de componist geheel vanuit zichzelf een sterke persoonlijkheid bezat.

Dat blijkt bijvoorbeeld uit de drie Mythes die hij in 1915 schreef, maar die pas in 1921 werden gepubliceerd. Men zou van programmamuziek kunnen spreken, want de belangstelling van de componist voor de Griekse mythologie blijkt uit de titels van de drie delen, respectievelijk ‘De fontein van Arethusa’, ‘Narcissus’ en ‘Dryaden en Pan’.

Hier is het vooral dat we aan Debussy moeten denken, maar er schuilt ook vernieuwing in het materiaal dat hoge eisen stelt aan de uitvoerenden.

Wat dat betreft is de jeugdiger Vioolsonate uit 1904 eenvoudiger; de Nocturne en Tarantella dateren uit hetzelfde jaar als de Mythes maar zijn directer.

Lydia Mordkovitch en Marina Gusak-Grin tonen veel aandacht voor het persoonlijke karakter en de verscheidenheid van deze werken, zijn lyrisch waar gewenst, maar ook dramatisch waar nodig; ze hebben een mooi rijk kleurengamma ter beschikking en ageren subtiel.