CD Recensies

SCHOECK: LEBENDIG BEGRABEN

Schoeck: Lebendig begraben op. 40. Dietrich Fischer-Dieskau met het Berlijns Omroeporkest o.l.v. Fritz Rieger. Claves CD 50-8610 (42’18”). 1962

 

De cyclus Lebendig begraben op tekst van Gottfried Keller bestaat uit 14 orkestliederen en dateert uit 1926. Vrolijk is het materiaal niet, want Keller greep de gevoelens die de dood oproept en de angst om levend begraven te worden grondig aan en titels als ‘Wie polter es! Abscheuliches Geröll!’, ‘Läg ich, wo es Hyänen gibt’, ‘Als endlich sie den Sarg hier abgesetzt’ en ‘Horch, endlich zittert es durch meine Bretter!’ wekken niet direct een vrolijkse, optimistische sfeer.

Enig soulaas bieden hierna liederen als ‘Ja, hätt’ ic hein verlassnes Liebchen nun’, ‘Wie herrlich wär’s” en ‘Der schönste Tannenbaum, den ich gesehn’ daarna enig soulaas. Ernstig en bezonnen, maar tot in ieder detail van expressie voorzien zingt Schoeckexpert Fischer-Diskau dit wek en hij wordt door de Berlijners getrouw ondersteund.