Stravinsky: Concert voor piano en blaasorkest; Ebony concerto; Symfonieën voor blaasinstrumenten; Octet; Antheil: Ballet mécanique; A jazz symphony. Theo Bruins (p), George Pieterson (kl) en Vera Beths (v) met het Nederlands Blazers ensemble o.l.v. resp. Edo de Waart en Reinbert de Leeuw. Philips 462.097-2 (75’47”). 1975/7
Deze oudere opname is nog steeds een juweeltje dat niet hoeft worden opgepoetst. Net als Nagano (Virgin 561.848-2) houdt De Waart voor de Symfonieën voor blaasorkest de oorspronkelijke bezetting aan en het resultaat klinkt oorprikkelend in de beste betekenis van het woord. Met klanken die fraai tegenover zijn geplaatst en keurig in balans zijn gebracht en in een continue stroom worden gehouden.
Een dergelijke behandeling komt ook het Octet en het Ebony concerto ten goede. Verder is het fijn om de te vaak onderschatte Theo Bruins scherp articulerend in actie te horen.
Dankzij zijn autobiografie Bad boy of music was de Amerikaanse componist in anekdotisch opzicht redelijk bekend, maar zijn muziek was tot het Holland Festival in 1976 vrijwel vergeten. Een destijds gemaakte Telefunken lp met van het ballet mécanique en de Jazz symphony met violiste Vera Beths, pianist Reinbert de Leeuw en het Nederlands blazersensemble (oorspronkelijk op lp Teldec 6.42196) is gelukkig op cd verdoekt.
De mechanische component van Antheils muziek grijpt niet alleen terug of het Bruitisme uit de jaren twintig vorige eeuw en Stravinsky’s Sacre, maar loopt ook vooruit op het minimalisme van de componisten uit de jaren zeventig van de afgelopen eeuw. Dat Antheil tenslotte ook niet aan jazzinvloeden ontkwam, is niet meer dan logisch. Hier gaat het evenzeer om rake interpretaties.