Schubert: Symfonie nr. 9 in C D. 644; Britten: ‘Four sea interludes and passacaglia’ uit Peter Grimes. Concertgebouworkest o.l.v. Eduard van Beinum. Audiophile Classics APL 101.544 (68’47”). 1950/1947
Voor trouwe bewonderaars van Van Beinum is het een uitkomst dat enig door anderen als Decca en Philips waarvoor hij opnamen maakte verwaarloosd materiaal alsnog is ontsloten.
De dirigent maakte studio opnamen van de symfonieën nr. 3, 6 en 8 (Philips 462.724-2), nr. 4 op Decca LP LXT 2779 nr. 5 op Decca 78t. AX 451/3 en Dutton CDK 1208 maar hier bij nr. 9 gaat het om een ‘live’ registratie, vermoedelijk uit de omroeparchieven.
In de symfonie zijn de tempi aan de vlotte kant, maar deel na deel is als een goed sluitend geheel geconcipieerd. Door een montagefout (?) is in het eerste deel na 3’30’ een klein hapje zoek. Frasen worden mooi, zangerig gefraseerd, in de levendig gehouden ritmiek klinkt enige stille vreugde door en het orkest speelt heel attent en precies, maar natuurlijk zoals het dat bij deze democratische dirigent gewend was.
De mono opname klinkt voor zijn doen nog goed, maar mist onvermijdelijk iets van de ambiance van de latere stereo mogelijkheden.
De Britten aanvulling is welkom. Net als zoveel andere continentale Europese dirigenten ontkwam van Beinum aan onderdompeling in de Britse muziek tijdens zijn gastdirigentschap bij het Londens filharmonisch. Hij nam toen weer ‘thuis’ zelfs tweemaal de bekende tussenspelen uit Brittens Peter Grimes op. Hier is de oudste versie uit 1947 die alleen op 78t. Deccaplaten (K 1702/4) verscheen.
De al wat beter klinkende opname uit 1953 is terug te vinden op Decca LP LXT 2886.
Op de elf cd’s van het Van Beinum album Q Disc 97015 is hiervan niets terug te vinden, in het Philips album 475.6353 met 6 cd’s treffen we wel de symfonieën nr. 3, 6 en 8 aan.
Het lijkt wat ironisch dat dit oude, zeker waardevolle materiaal vaart onder de naam Audiophile Classics; ‘klassiek’ mag het wezen, maar er is weinig audiofiels aan voor de ware audiofiel, al klinkt het heel aanvaardbaar in mono, zij het met weinig detailtekening en dynamiek.