CD Recensies

STRAVINSKY: SACRE DU PRINTEMPS, LE; PASTORALE, NÉZET SÉGUIN

Stravinsky: Le sacre du printemps; Pastorale voor hobo, althobo, klarinet, fagot en viool (bew. Stokowsky); Bach, J.S./Stokowsky: Toccata en fuga in d BWV 575; Fuga in g BWV 578; Passacaglia in c BWV 582. Philadelphia orkest o.l.v. Yannick Nézet-Séguin. DG 479.1074 (62’58”). 2013

Het is enigszins opvallend dat in de discografische geschiedenis van het Philadelphia orkest de Sacre maar twee keer opduikt: eerst in 1929 met Leopold Stokowski (Pearl GEMMCD 9488) en daarna in 1977 met Muti (H.M.V. lp ASD 3807, later cd EMI 574.305-2). In die zin is het goed dat de nieuwe chef zich laat horen in Stravinsky’s balletmuziek en terugkoppelt naar die fameuze oude Bacharrangementen van zijn verre voorganger Stokowski. Het is in deze laatste werken dat het orkest met zijn nog steeds beroemde royaal volle klank schittert: het orgelt zogezegd allemaal volbloedig zoals door de bewerker werd nagestreefd.

Natuurlijk krijgt ook de Sacre een briljante, enthousiaste verklanking, maar hier is de concurrentie zoveel groter en ik zou deze nieuwe uiting toch niet graag inruilen voor die van Gergiev (Philips 468.035-2), Rattle (EMI 749.636-2) en zelfs niet voor die van Markevitch uit 1959 (Testament SBT 1076) omdat daar van een net iets meer sprake is van een goede coördinatie van de vulkanische krachten.

De Pastorale is door tussenkomst van Stokowsky een curiosum. Wie dit werk uit 1933, toen al een arrangement van de componist van een vocalise waar ook Dushkin de hand in had, in oorspronkelijker wil horen, kan bijvoorbeeld terecht bij een groepje instrumentalisten op Naxos 8.557505.