Schumann: Vioolsonates nr. 1 in a op. 105, 2 in d op. 121 en 3 in a WoO 27. Christian Tetzlaff en Lars Vogt. Ondine ODE 1205-2 (70’06”). 2012
De drie Vioolsonates van Schumann die net mooi op 1 cd passen hebben niet zo’n geweldige reputatie, deels omdat ze zo laat in het leven van de componist, die toen wat uitgeblust was, ontstonden. De viool beweegt zich voornamelijk in zijn midden- en lage register, de muziek stroomt vaak matenlang ononderbroken voort zonder dsat nieuwe ideeën aan de orde worden gesteld en om het erger te maken ook nog bepaalde ritmen en motieven haast eindeloos worden herhaald.
Maar klopt die negatieve opsomming? Duo’s als Widmann/Várjon (ECM 476.6744, 2 cd’s) en beter nog Isabelle Faust en Silke Avenhaus (CPO 999.597-2) lieten horen dat deze muziek in een verbeeldingsvolle aanpak met van de violistes vooral een steeds wisselende toonkleur plus gevoel voor de romantische sfeer en gedoseerd rubato van deze werken iets veel beters, grootsers te maken valt.
Bij die vier ver bovenmodale uitvoerenden voegt zich nu een nieuw stel, dat ook direct een uitstekende indruk maakt. ‘Mit traurigem Ausdruck’ noteerde Schumann aan het begin van de Sonate nr 1 en dat is meteen de expressie die beiden raak treffen. En zo gaat het verder; in de langzame inleiding van Sonate nr. 2 neemt Tetzlaff precies de aangegeven dynamiek, accenten, legato zorgvuldig in acht en ook het begin van het derde deel klinkt zoals gewenst kil.
Om het even of de muziek u al vertrouwd is of niet, door hen zult u worden overtuigd. Misschien net een fractie meer nog dan eerder door Faust/Avenhaus in een opname uit 1999 toen Faust nog niet op het hoogtepunt van haar kunnen was en Widmann/Várjon.