CD Recensies

STRAUSS, R.: LIEBE DER DANAE, DIE

Strauss, R.: Die Liebe der Danae op. 83. Anneliese Kupper, Paul Schöffler, Josef Traxel, Anny Felbermayer, Erich Majkut, Harald Pröglhöf, Georgine von Milinkokovic e.a. met het Ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Clemens Krauss. Orfeo C 292923 D (3 cd’s, 2 u. 44’). 1952.

Strauss, R.: Die Liebe der Danae op. 83. Lauren Flanigan, Peter Coleman-Wright, Hugh Smith, William Lewis, Lisa Saffer met het New Yorks Concert Chorale en Amerikaans symfonie orkest o.l.v. Leon Botstein. Telarc 80570 (3 cd’s, 2’37’25”). 2000

Strauss, R.: Die Liebe der Danae op. 83. Manuela Uhl, Franz Grundheber, Hans-Jürgen Schöpflin, Paul MacNamara e.a. met het Kiels filharmonisch orkest en –operakoor o.l.v. Ulrich Windfuhr. CPO 999.967-2 (3 cd’s, 2u. 43’58”). 2003

Deze opera, zijn op één na laatste, is de Assepoester onder de werken in dit genre van Strauss. Luisterend naar dit werk valt ook best te begrijpen waarom. Want ondanks een aantal prachtige momenten in de best denkbare herfstige sfeer van de late Strauss, kent het werk nogal wat handicaps. Om te beginnen het pretentieuze woordrijke maar vrij holle libretto van Josef Gregor waarvoor Hugo von Hofmannsthal de basis had gelegd. Dat gaat over de problemen van een late liefde, metamorfose en de gevaren van een aanbidding van geld. Dat alles geplaatst in een Hellenistische omgeving en eindigend van rijkdom naar armoede wanneer Danae aan Midas als ezeldrijver de voorkeur geeft boven het goud en de attracties van Jupiter.

Zoals wel vaker is de beste muziek bewaard tot het laatste halfuur. In een uitgebreid duet tussen Danae en Jupiter beseft de god tenslotte dat hij niet op het punt staat om een nieuwe verovering te maken. Hier horen we echo’s van uit vroeger werk en voorbodes van Capriccio en de Vier letzte Lieder.

Ongelukkig genoeg kabbelen handeling en muziek te rustig voort in wat voorafgaat en pogingen tot een komedieachtige  inslag (als quasi operette) mislukken. De componist zelf gaf na de generale repetitie in Salzburg in 1944 een streng oordeel. Alleen de gloed en verscheidenheid van de orkestratie vond hij goed. Ten gevolge van de oorlogsomstandigheden vond toen geen première plaats. Die moest wachten tot 1952 in München en daarvan bestaat de gecoupeerde Orfeo opname uit radioarchief nog. 

Voor de zangers is het een veeleisend, lang uitgevallen werk en het zou goed zijn wanneer bijvoorbeeld eens de beste krachten van de Weense opera zich voor het werk inzetten.

Nu moeten we het doen met een Amerikaanse opname met vrij onbekende krachten die het vooral moet hebben van de fraaie geluidskwaliteit en een provinciale Duitse voorstelling die het voordeel van het eigen taalgebruik heeft. Het is dus even behelpen.