Schnittke: Vioolconcerten nr. 1-4. Gidon Kremer met resp. het NDR Symfonie orkest Hamburg (nr. 1, 2) en het Europees kamerorkest o.l.v. Christoph Eschenbach. Teldec 3984-26866-2 (2 cd’s, 1u. 51’34”). 1993/9
Schnittke: Vioolconcerten nr. 1 en 2. Mark Lubotsky met het Malmö symfonie orkest o.l.v. Eri Klas. BIS CD 487 (60’58”). 1990
Schnittke: Vioolconcerten nr. 3 en 4. Oleh Krysa met het Malmö symfonie orkest o.l.v. Eri Klas. BIS CD 517 (61’43”). 1991
Schnittke: Vioolconcert nr. 4; Lourié: Suite The blackamour of Peter the Great. Gidon Kremer met het Philharmonia orkest o.l.v. Christoph Eschenbach. Teldec 4509-98440-2 ( ). 1996
Ideaal is het natuurlijk om de vier Vioolconcerten – nr. 1 uit 1957/63, 2 uit 1966, 3 ‘met 18 instrumenten’ uit 1978 als bekendste en 4 uit 1984 – handig bijeen te hebben, zoals op de Teldec dubbelaar.
Waar het Concert nr. 1 nog met zijn lyriek een typisch post-romantische signatuur heeft, maakte hij van nr. 2 (opgedragen aan Lubotsky) ‘een heel persoonlijk drama van toonkleuren’ waarin de contrabas de speciale rol van een karikaturale ‘anti-solist’ krijgt en waarin gebruik wordt gemaakt van aleatorische technieken.
De nrs. 3 en 4 zijn dan weer gangbaarder Schnittke kost. Veel van deze muziek is natuurlijk direct gelieerd met pleitbezorger Gidon Kremer, die het viertal werken geïnspireerd en met volle inzet uitvoert. Te hopen valt dat het Teldec tweetal nog overal voorhanden is; via Muziekweb kan het in elk geval worden geleend.
De BIS opnamen van Lubotsky en Krysa klinken prachtig, maar zijn in interpretatief opzicht net een graadje minder treffend.