CD Recensies

SCHUMANN: SYMFONIEËN NR. 1-4, NÉZET-SÉGUIN

Schumann: Symfonieën nr. 1-4. Europees Kamerorkest o.l.v. Yannick Nézet-Séguin. DG 479.2437 (2 cd’s, 2u. 04’17”). 2012

 

Het verhaal is bekend: de vier symfonieën van Schumann zijn qua orkestratie geen meesterwerken. Schumanns eerste gedachten ontstonden altijd aan de piano en pogingen om ze te herorkestreren maakte de werken alleen nog maar onduidelijker. Is het te gewaagd om te veronderstellen dat hij dit bewust deed om de muziek makkelijker verwerkbaar te maken voor incompetente orkesten en dirigenten? Hij had ervaring met beide soorten. Brahms en Mahler namen achteraf wel pogingen om de partituren te verhelderen.

Hoe dat ook zij: voor een beter begrip van de componist zijn het onmisbare werken en de symfonieën bevatten heel wat materiaal dat het verhaal weerlegt als zou Schumann in zijn latere leven het slachtoffer zijn geweest van mentale desintegratie.

Te midden van de vele integrale opnamen van het viertal (zie Vergelijkende Discografie) steken nog steeds een paar positief boven de grote massa uit: die van Sawallisch (EMI 764.815-2) en Gardiner met zijn historiserende orkest, die de Vierde zowel in de bekende versie uit 1851 als in de oorspronkelijke vorm uit 1841 laat horen (DG 457.591-2), met iets verder op de achtergrond nog Kubelik (Sony SBK 48269/70) en Karajan (DG 429.672-2).

Nézet-Séguin plaatst daarnaast vertolkingen die meteen een groot voordeel bieden. Deze worden namelijk gegeven door een geëngageerd orkest met gemotiveerde jongeren in een kleinere bezetting, wat de frisheid en de helderheid zeer ten goede komt. De opname heeft deze transparantere lezingen fraai opgevangen. Een kandidaat meer dus in de toprangen.