Saint-Saëns: Vioolconcert nr. 3 in b op. 61; La muse et le poète op. 132; Celloconcert nr. 1 in a op. 33. Renaud Capuçon (v), Gautier Capuçon (vc) met het Filharmonisch orkest van de Franse omroep o.l.v. Lionel Bringuier. Erato 509999-341342-8 (65’32”). 2013

Wat een mooi programma voor de beide broers om afzonderlijk en samen op te treden. Het viool- en het celloconcert zijn genoegzaam bekend, maar het  dubbelconcert voor viool, cello en orkest met de mooie naam La muse et le poète uit 1910  is dat minder, hoewel er best eerdere, mooie opnamen van bestaan. In het bijzonder van Joshua Bell, Steven Isserlis en Christoph Eschenbach (RCA 09026-63518-2).

Het lyrische, romantische werk is geïnspireerd door het gedicht La nuit de mai van Alfred de Musset en betreft volgens de componist een dialoog tussen twee individuen: de muze als vioolsolist en de dichter als melancholieke cellopartner. Naadloos zijn de diverse episoden aaneengeregen en de Gautiers maken daar wat heel moois van.

Verder kunnen ze zich individueel in elk één concert ontplooien. Daarbij steeds goed en redelijk zorgvuldig begeleid.

De koppeling is van zo unieke aard, dat vergelijkingen met  celloconcert nr. 1 door Jacqueline du Pré (Teldec 8573-85340-2), Steven Isserlis (Hyperion RCA 09026-61678-2), Han-Na Chang (EMI 556.126-2) en vioolconcert nr. 3 door  Kyung-Wha Chung (Decca 460.008-2) en Philippe Graffin (Hyperion CDA 67074) niet zoveel zin hebben. Bovendien doen de Franse broers deze werken niets tekort. Hooguit hadden ze wat attenter begeleid mogen worden.