Strauss, R.: 8 Liederen op. 10; 5 Liederen op. 15; 6 Liederen op. 17; 6 Liederen op. 19; Schlichte Weisen op. 21; Mädchenblumen op. 22; 2 Liederen op. 26; 4 Liederen op. 27; Liederen op. 29/1 en 3; 3 Liederen op. 31; Stiller Gang op. 31/4; 5 Liederen op. 32; 4 Liederen op. 34; 5 Liederen op. 37; 5 Liederen op. 39; 5 Liederen op. 41; Gesänge älterer deutscher Dichter op. 43/1 en 3; 5 Gedichte op. 46; 5 Lederen op. 47; 5 Liederen op. 48; 7 Liederen op. 49; 6 Liederen op. 56; Krämerspiegel op. 66; 3Liederen op. 67; 2 Liederen op. 68; 5 Kleine Lieder op. 69; Gesänge des Orients op. 77; 2 Liederen op. 88; Lieder ohne Opuszahl. Dietrich Fischer-Dieskau en Gerard Moore. Warner 984738-2 (6 cd’s, 5u. 53’05”). 1967/70
Voor het eerst verschenen deze (complete) 134 liederen voor mannenstem van Richard Strauss op 9 lp’s: EMI 163-50043/51, daarna op 6 cd’s EMI 763.995-2. Helaas zonder de gezongen teksten en toelichtingen (die men van bladmuziek en internet kan plukken) en met alleen een kort, nogal karig essay van de zanger over de betreffende liederen, keren deze nu spotgoedkoop terug.
De opnamen werden destijds niet ineens als massaproductie ineens, maar verspreid over enige jaren gemaakt in de periode dat Fischer-Dieskau op het hoogtepunt van zijn kunnen was.
Er is sprake van echte interpretaties; sommige liederen werden wel wat omlaag getransponeerd zodat ze iets aan brille inboeten, maar zo geëngageerd voorgedragen is dat geen hinderpaal. Het is onontkoombaar dat F.D. ook meer schittert in de dramatische dan in de lyrische bijdragen.
Al dit moois is in chronologie van ontstaansvolgorde aangeboden. Beide kunstenaars presteren op de toppen van hun kunnen en de uitkomst getuigt van veel verbeelding. De opnamen klinken vrij direct met een duidelijke presentie van de zangstem.