Shostakovitch: Symfonieën nr. 9 in Es op. 70 en 15 in A op.141. Moskou filharmonisch orkest o.l.v. Kyrill Kondrashin. Melodiya 74321-19846-2 (64’45”). 1965/74
De compositie van de Negende in 1945 leidde bij de componist tot veel zelfreflectie. Tenslotte onthulde hij niet het verwachte grootse oorlogsmonument of het hoogdravende eerbetoon aan de Grote Leider en Leraar, maar schiep hij deze bescheiden ‘scherzosymfonie’ als een soort antwoord op Prokofievs ‘Klassieke’ Eerste symfonie. Maar dan wel met scherpere randjes.
Zijn Achtste wordt even oppervlakkig aangehaald in het eerste deel, alleen dus op veel kleinere schaal. Moeten we het resultaat beschouwen als een soort ‘anti-Negende’, ontstaan tegen de achtergrond van intimiderende muzikale verwachtingen, of kunnen we ook een politieke ondertoon ontdekken?
In ieder geval laat Kondrashins vertolking weinig tijd voor zorgeloze geestigheid: al snel wordt de sfeer gespannen en de finale is onverholen sinister; het valt moeilijk om de echo’s van tirannie waarvan de dirigent tenslotte af- en uitweek niet te onderkennen. Nadat Mravinsky de première van de Dertiende in 1962 afzegde, leek het of de componist Kondrashin als zijn trouwste vertolker beschouwde. De dirigent zei achteraf over de componist: “Dmitri Dmitrevitch bemoeide zich nooit met mijn werk. Hij had altijd een pakje papirosi (Russische sigaretten) in zijn handen waarop hij noteerde wat hij tegen me wilde zeggen. Met grote trots herinner ik me dat hij tegen me zei: “Kiryll Petrovitch, jij bent moeilijk om mee samen te werken. Steeds als ik een punt noteer, heb jij dat al aan je musici bekend gemaakt”.
Geen wonder dus dat in deze Negende de sarcastische ondertoon duidelijk hoorbaar is. Kondrashin nam in 1980 ook nog eens de Negende op, samen met de Derde (Philips 438.284-2). Een met korte werken gecombineerde goede lezing gaf ook N. Järvi (Chandos CHAN 8587). De combinatie nr. 1 en 9 is er ook heel mooi van Bernard Haitink (Decca 414.677-2).
De Symfonie nr. 15 is een van Shostakovitch’ meest bedreven orkestwerken: transparant geschreven en verrassend melodieus. De betekenis blijft echter wat raadselachtig. De componist citeert onberedeneerd uit eigen werk en composities van Rossini en Wagner. Aan Izaak Glikman vertelde hij: “Ik weet zelf niet precies waarom die citaten er zijn, maar ik kon ze niet niét toevoegen”.
Geen wonder dat er veel uiteenlopende ideeën heersen over het waarom. Voor sommigen is dit simpel een briljant Concert voor orkest, voor anderen een verzoening met de dood. In de Sovjettijd vond men de vergelijking van het eerste deel met een speelgoedwinkel diplomatiek, maar elke halfbakken verklanking laat horen dat het oppervlakkige gevoel van kinderlijke onschuld al snel vals blijkt te zijn.
Ook hier zorgt Kondrashin voor een stijlvolle, doortastende interpretatie. Naast hem kan men denken aan anders gekoppelde uitgaven van Kurt Sanderling (BPH 0611), López-Cobos (Telarc CD 80572) en Haitink (Decca 425.069-2).