Schumann: Études in canonische vorm op. 56 nr. 1-6; Romances voor hobo en piano op. 94 nr. 1-3; Intermezzo uit F.A.E. Vioolsonate WoO 22; Bewerking Vioolsonate nr. 1 in a op. 105; Schumann/Holliger: Romancendres. Heinz Holliger (h, h d’am); Anita Leutzinger (vc), Anton Kernjak (p). ECM 481.0967 (73’28”). 2013
Aschenmusik is de titel die hoboïst Henz Holliger aan deze markante cd gaf. Die titel slaat met name op het werk Romancendres dat hij zelf reconstrueerde/componeerde op basis van de vijf romances voor cello en piano van Schumann die hij in het krankzinnigeninstituut Endenach schreef, aan zijn vrouw Clara stuurde met het verzoek om voor publicatie te zorgen. Aan dat verzoek voldeed zij niet, in tegendeel: ze verbrandde het materiaal, maar wel pas in 1893. Een brief van haar bevat een verwijzing daarnaar, maar op basis van vertalingen van letters en cijfers uit Schumanns initialen en geboortedata reconstrueerde Holliger als een ware alchemist zes van deze stukken in een eigen idioom voor hobo c.q. oboe d’amore en piano. Een speculatieve, maar boeiende en mooi geslaagde onderneming. Schumann zou daarom zijn oorspronkelijke werk, nu uit de as herrezen. als iets letterlijk geheel nieuws waarschijnlijk niet herkennen.
Schumanns 3 Romances op. 94 die ook vaak met viool of klarinet worden uitgevoerd, nam Holliger al in 1989 met Brendel op (Philips 426.386-2), maar hier herhaalt hij zich treffend. Onbekender zijn de zes Études in canonische vorm op. 56 voor cello en piano die een nadere kennismaking verdienen.
De overige stukken waren gedacht voor viool en piano, maar zoals vaker bij de kamermuziek van Schumann heeft een overgang naar de cello allerminst een beschadigend effect. Het hele programma getuigt van ondernemingszin en de vertolkingen zijn alle van dien aard, dat we daar alleen maar gelukkig mee kunnen zijn.