Saint-Saëns: Celloconcerten nr. 1 in a op. 33 en 2 in d op. 119; La muse et le poète op. 132; Allegro appassionato op. 43; ‘De zwaan’ uit Le carnaval des animaux. Natalie Clein (vc), Antje Weithaas (v), Julia Lynch en Judith Keaney (p) met het BBC Schots symfonie orkest o.l.v. Andrew Manze. Hyperion CDA 68002 (59’48”). 2013

Het Celloconcert nr. 1 uit 1872 is een van de eerste concerten die jonge cellisten onder de knie moeten krijgen. Het wordt virtuoos, met lichte toets door Clein voorgedragen. Het is geen wonder dat er legio opnamen van dit werk bestaan; Clein zorgt voor een der beste. Een nog grotere populariteit geldt natuurlijk voor de uit het Dierencarnaval los gezwommen Zwaan, altijd een dankbare toegift, hier uitgevoerd met vierhandige pianobegeleiding. Hier komt ze vol sympathieke eenvoud langs. Het Allegro appassionato (1875) komt fris en onnadrukkelijk tot leven.

Maar met het Celloconcert nr. 2 uit 1902 en La muse et le poète uit 1910 komen we bij de minder bekende late werken van de componist waaraan ook een vioolsolist – in dit geval de hoogwaardige Antje Weithaas – te pas komt. Het tweede celloconcert is een puttig lastig en eigenlijk niet zo dankbaar werk voor de solist die virtuositeit kan tonen in de lange begeleidende episodes en de cadens. 

Nathalie Klein speelt al deze werken elegant met een ware in dit geval heel positieve Franse slag. Haar spel klinkt beheerst, vol smeulend vuur en ze geeft deze stukken bovendien een haast onweerstaanbare jeugdigheid mee.

De belangrijkste rivaal die ze heeft, is Steven Isserlis die op twee cd’s (RCA 09026-61678-2 en 09026-63518-2) Saint-Saëns complete werken voor cello en orkest speelde.