Schütz: Historia der Auferstehung Jesu Christ SWV. 50. Bernadette Degelin (s), Jan Caals (t), Kurt Widmir (bs) met Musica polyphonica o.v. Louis Devos. Erato 0630-011-2 (48’32”). 1980

Schütz: Historia der Auferstehung Jesu Christ SWV. 50; ‘Ich weiß, daß mein Erlöser lebt’ SWV. 457; ‘Christ ist erstanden’ SWV. 470; Cantate ‘Domino canticum novum’ SWV. 463; ‘Surrexit pastor bonus’ SWV. 469; ‘Es gingen zwei Menschen hinauf’ SWV. 444. Georg Poplutz (t), Felix Rumpf (bs), het Dresdens kamerkoor, Sirius Viols en Instrumenta Musica o.l.v. Hans-Christoph Rademann. Carus 83.256 (60’40”). 2013 

De tekst staat bij Schütz altijd centraal in de muziek. Alle compositorische kunstvaardigheden zijn gericht op een schildering van heteen de taal wil uitdrukken. In die zin ziet de componist zich als prediker van het Christelijk geloof. Dat wordt heel mooi aangetoond in de tiendelige Auferstehungshistorie uit 1623 waarin net als in de grote passiemuzieken een evangelist optreedt en aria’s door verschillende stemmen worden voorgedragen. Gamba’s horen hem heel expressief te begeleiden.

Zowel Devos als Rademann doen op het tekstuele vlak de partituur zowel in de monodische als in de contrapuntische passages evenzeer recht en verder bewijzen zij dit werk met een fantasievolle en heel gevoelige uitvoeringswijze de best denkbare dienst. Wie genoeg heeft aan de Historia, is goed af met de Erato uitgave, wie prijs stelt op wat aanvullingen met de Carus dito.