CD Recensies

COPLAND: SYMFONIE NR. 3; QUIET CITY

Copland: Symfonie nr. 3; Quiet City. New York filharmonisch orkest o.l.v. Leonard Bernstein. DG 419.170-2 (54’08”). 1985

 

De ‘Grote Amerikaanse Symfonie’ was nooit zo nadrukkelijk in de publieke verbeelding aanwezig als ‘De grote Amerikaanse Roman’. Toch leek het altijd ongrijpbare doel te zijn van van een aantal componisten in het midden van de twintigste eeuw.  Daaruit ontstond de volwassenwording van die Amerikaanse symfonie.

Onder de vele fraaie werken uit die tijd springt vooral de derde symfonie van Copland eruit. Hij schreef deze vlak na de voltooiing van zijn briljante ballettrio – Billy the kid, Rodeo en Appalacian spring – en hield de populistische toonzetting van die drie werken aan. Volgens hem is het een einde-van de-oorlog-stuk, bedoeld ‘om de euforische tijdgeest te vangen’. Maar het is tevens een uitgebreid werk, in zowel lengte als karakter.

Het begindeel ontvouwt zich met lyrische grandeur en roept beelden op van uitgestrekte prairies. De stuwende ritmen en krachtige motieven in het tweede deel suggereren zwoegende, zware machines. Alleen in de buitenste gedeelten van het derde deel, waar de melodieën zoekend ronddwalen, maakt Copland een indruk van onzekerheid. Dat gevoel wordt weer direct weggenomen door de finale met zijn en dramatische gebruik van de Fanfare for the common man.

Leonard Bernstein, Coplands overtuigendste pleitbezorger, nam deze symfonie in 1966 bij CBS/Sony (SMK 63155) en in 1985 bij DG op. De eerste opname klinkt gespierd, maar de tweede bezit meer intensiteit en de superioriteit van de DG opname bezegelt de keuze.