Chopin: 55 Mazurka’s. Dmitri Alexeev. Narodowy Instytut Fryderyka Chopina NIFCCD 2-4/5 (2 cd’s, 2u. 24’18”). 2013
Al voordat Chopin zich ermee bemoeide, was de mazur een belangrijke dansvorm in de Poolse traditie. Die dans, sneller dan de polonaise maar minder snel dan de wals, had hem al vroeg in haar greep. Zijn oudste bewaard gebleven mazurka dateert uit 1820 toen de componist pas negen jaar was. Tenslotte schreef hij meer mazurka’s dan welk ander genre ook. Dat is opmerkelijk voor een componist die voornamelijk buiten Polen leefde. De muziek was hier ook niet bedoeld om op te dansen, maar meer om een bitterzoet, nostalgisch beeld van Polen op te roepen.
Maar minstens zo opmerkelijk is de onderlinge variatie. Chopin neemt de eenvoudige dans in driekwartsmaat met een gepunteerd ritme waardoor zoiets als een slingerende wals ontstaat de kenmerkende accenten en maakt daar iets verfijnds van. Technisch gezien zijn sommige best behoorlijk speelbaar door amateurs, maar qua interpretatie zijn ze uitzonderlijk veeleisend en is veel pianistische fijnslijperij nodig om er ook echt wat waardevols van te maken.
In muzikaal opzicht zijn deze dansen sterk gestileerd en vaak heel experimenteel in hun opeenvolging van toonaarden, harmonieën en melodiek. Juist dat aspect is, samen met de geest van de dans, het geheim van een goede uitvoering. De stemming van deze dansen loopt zeer uiteen en gaat van de sprankelende, energieke mazurka’s uit op. 7 tot de wanhopige nr. 4 uit op. 17.
Integraal zijn de 64 mazurka’s nog niet opgenomen, maar in het verleden kwamen Arthur Rubinstein (RCA 09026-63050-2) met 51 stuks en Vladimir Ashkenazy (Decca 448.086-2) met 59 stuks een eind. Ook Garrick Ohlsson (Arabesque Z 6730-2) maakte destijds een goede indruk. En nu is daar Dmitri Alexeev met 55 min of meer in chronologische volgorde gespeelde mazurka’s (door het Warschause Chopininstituut ten onrechte als volledige serie genoemd).
Dat komt als een zeer positieve verrassing. Met zijn soms best gecompliceerde, onoverdreven maar steeds gedifferentieerd typerende aanpak ontdoet hij de muziek van alle sentimentele lichtgewicht. Zijn toucher is geheel gericht op het naar voren halen van de rustige charme en de soms grillige eb en vloedwerking van de ritmen. Van mazurka na mazurka wordt het ware karakter getoond. Mooie voorbeelden van deze vrijwel perfecte vertolkingen zijn op.17/2, op.33/3, op. 41/2 en op.50/3. Deze geven meteen een goede indruk van het zeer verschillende onderlinge karakter. Er is best reden om Alexeev tot nieuwe mazurka kampioen uit te roepen.