Chopin: Études op. 10 nr. 1-12; op. 25 nr.1-12; Nouvelles études nr. 1-3. Alessandro Deljavan. Brilliant Classics 95207 (70’22”). 2015
Met deze grensverleggende werken bracht Chopin de pianistische vingeroefening van de oefenruimte op het concertpodium. Chopin was natuurlijk niet de enige die veeleisende pianostudies schreef, maar wat zijn études boven de rest doet uitsteken (in ieder tot aan Liszt), was de manier waarop hij technische met muzikale uitdagingen combineerde en stukken schreef die aardig zijn om naar te luisteren en om te spelen.
Een pianist kan deze werkjes niet benaderen zoals hij of zij de études van Czerny, Moscheles of Cramer zou spelen: die van Chopin vereisen aandacht bij elke fraseherhaling en elke nuance willen ze naar behoren klinken.
De Italiaanse pianist Alessandro Deljavan is een interessante man. Hij is bovenal een lyricus die zijn beste momenten bijvoorbeeld beleeft in op. 10/3 en op. 25/7. Maar hij kan gelukkig ook heviger ageren, zoals in op. 10/4 en 5. De geest van op. 10/12 had echter best wat revolutionairder mogen zijn. Een teveel aan rubato doet afbreuk aan op. 25/5 en ook op. 25/6 komt niet optimaal uit de verf; nodeloze tempowisselingen doen afbreuk aan op. 10/9. Zo wisselt het beeld nogal en is het onmogelijk om Deljavan uiteindelijk van harte aan te bevelen.
Het blijft spijtig dat kandidaat winnaars als Pollini (Testament SBT 1473), Perahia (Sony SK 61885) en Ashkenazy (Decca 414.127-2) de 3 Nouvelles etudes niet meteen opnamen want voor de volledige set van 27 zijn nu de verrassende Zlata Chochieva (Piano Classics PCL 0068), de Cubaanse Juána Zayas (Music & Arts CD 891) en in iets mindere mate Nikolai Lugansky (Erato 8563-80228-2) nog altijd favoriet. Vergelijk bijvoorbeeld Zayas’ de chromatiek van op. 10/2, de koortsachtige nervositeit van op. 25/6 en de elegantie van op. 10/7 met hetgeen Deljavan laat horen. Zie ook Vergelijkende Discografie.