CD Recensies

CIMAROSA: OUVERTURES, GALLOIS

Cimarosa: Ouvertures Atene edificata; Cantate Le tue parole o padre; I matrimoni impensati ‘La bella Greca’; La felicità inaspettata; La villana riconsciuta; I due supposti, ossi Lo sposo senza moglie; Le trame deluse, ossia raggiri scoperti; Il marito disperato; L’Olimpiade; La ballerina amante; Il fanatico biriato. Tsjechisch filharmonisch kamerorkest o.l.v. Patrick Gallois. Naxos 8.573568 (77’11”). 2015

 

Leopold II, de Habsburgse keizer van Oostenrijk die in 1791 werd gekroond. Hield niet erg van Mozarts opera’s. Toen in datzelfde jaar  Domenico Cimarosa (1749-18-1) – een gevierde Napolitaanse componist die tot kort tevoren mastero di capella was geweest in St. Petersburg – in Wenen arriveerde, onthaalde Leopold hem met een benoeming tot kapelmeester en een opdracht voor een opera voor het Burgtheater. Dat werd zijn nu nog bekendste van de ruim tachtig opera’s die hij componeerde: Il matrimonio segreto.

Voor zover het ’t internationale operabedrijf betreft, zijn de meeste daarvan vergeten. Wie echter op zoek gaat naar opnamen van deze werken, ontdekt een verrassende hoeveelheid:

Armida imaginaria (Dynamic CDS 205/1-3)

Atene edificata (Bongiovanni GB 2428-2)

Chi dell’altrui si veste presto si spoglia (Nuova Era 2253/4

Coeli voces (Bongiovanni BG 5636-2)

Coro di guerrieri (Bongiovanni GB 2428-2)

Giannina e Bernardone (GOP 66.322)

Gli Orazil e I Vuriazzi (Bongiovanni GB 2021/2)

I due baroni di Rocca Azzurra (Bongiovanni GB 2083/4-2)

I treamanti (Nuova Era 1052)

Il credulo (Archipel ARPCD 0362)

Il fanatico burlatu (Agora AG 064-2)

Il maestro di cappella (Bongiovanni GB 5128-2)

Il marito disperao (Bongiovanni GB 2397/8-2)

Il pittor parigino (Hungaroton HCD 12972/3)

L’Italiana in Londra (Bongiovanni BG 2040/1-2)

L’impresario in angustie (Bongiovanni GB 2255-2)

La baronessa stramba (Walhall WLCD 0280)

La Cleopatra (Bongiovanni GB 2395/6-2)

La finta parigina (Bongiovanni GB 2269/71-2)

Le astuzie femminili (Italia CDC 83)

In 2014 verscheen al een opname met een negental door Michael Halász gedirigeerde ouvertures (Naxos 8.573459), maar deze nieuwe betekent gelukkig geen overlappingen.

Uit deze opera inleidingen blijkt Cimarosa’s opgewektheid en zijn ontspannen, maar nooit achteloze zin voor moioe melodieën en zijn talent voor komische karaktertekening. Het klinkt alles luchtig, zonder de dieptewerking van Mozart, maar is aangenaam verpozend. Stendhal zei het al: “De stijl van Cimarosa, met zijn scala aan komische geestdrift, van hartstocht, kracht en vrolijkheid is heel bijzonder”.

In die geest klinken ook de onderhavige uitvoeringen. Wie hierdoor trek in meer heeft gekregen, kan een of meer van de hierboven genoemde volledige opnamen eens keuren.