CD Recensies

CHOPIN: PIANOSONATE NR. 2; BALLADES NR. 1-4: FANTAISIE, BROWNRIDGE

Chopin: Pianosonate nr. 2 in bes op. 35; Ballades nr. 1 in g op. 23, 2 in F op. 38, 3 in As op. 47 en 4 in f op. 52; Fantasie in f op. 49. Angela Brownridge. Challenge CC 72728 (67’07”). 2016

 

Tegen de tijd dat Chopin ermee aan de slag ging, was de ballade al als dichtvorm en als vocale muziek populair geworden. Hoewel zijn Ballades geen programmamuziek zijn (in tegenstelling tot de verhalende Ballades van Liszt), vermengt Chopin in deze uitgebreide muziekstukken lyrische en dramatische elementen.

De eerste Ballade die Chopins volwassener en meer bescheiden stijl introduceert, begint met een verontrustend gebaar en twee uitgebreide nauw aan elkaar gerelateerde thema’s, afgewisseld door stormachtig materiaal.

Een in formele zin grensverleggend aspect is het wervelwindcoda waarin Chopin op het eerste gehoor nieuwe thema’s introduceert, iets wat ook gebeurt in de tweede en vierde Ballade.

Lyriek en tumult gaan in die eerste Ballade hand in hand, maar dat contrast is in de tweede nog opvallender. Een lichtvoetig thema zorgt voor kalmte, maar wordt al gauw vervangen door een stormachtig gedeelte dat direct lijkt te zijn ontleend aan een van zijn donkerste Études. Hoewel het kalme thema tenslotte overwint, is reeds twijfel gezaaid.

De derde Ballade is daarentegen de rustigste van het viertal en zelfs een geagiteerd middengedeelte maakt tenslotte plaats voor een triomfantelijk coda in a-klein.  De vierde Ballade wordt door velen als de mooiste beschouwd en stuwt de vorm naar nieuwe, grote hoogten. Deze Ballade begint met een weemoedige melodie die na een kalm begin tot een ware Lisztiaanse storm uitgroeit. In tegenstelling tot het scherpe contrast in de tweede Ballade, is het drama in de vierde veel vanzelfsprekender.

In dit recital van de Engelse pianiste Angela Brownridge vormen de Ballades het middenpaneel van een drieluik. Dat omlijst ze met Chopins meest duistere, grootschalige en heel samenhangende tweede Pianosonate en de Fantaisie.

Brownridge voert deze werken meer dan adequaat uit en wanneer de samenstelling van haar recital bevalt, zal men er bij herhaling veel genoegen aan beleven.

Wat niet wegneemt, dat afzonderlijk van deze werken nog mooiere uitgaven bestaan. De Ballades van Krystian Zimerman (DG 423.090-2) of Anderszewski (Virgin 545.619-2), de Tweede pianosonate van Argerich (DG 419.055-2) of Trpceski (EMI 375.586-2) en de Fantaisie van Kissin (RCA 09026-60445-2).

Op Cameo Classics CC 9028 heeft Brownridge in 2013 al de vier Scherzi, ook al de Fantaisie in f en de Pianosonate nr. 3 opgenomen.