Cirri: Celloconcerten op. 14 nr. 1-6. Balázs Máté met Aura musicale. Hungaroton HCD 32125/6 (2 cd’s, 1u., 35’29”). 2001

Zoals heel wat tijdgenoten streek de Italiaan Giovanni Battista Cirri (1724-1808) in Londen neer. Daar schreef hij het halve dozijn Celloconcerten op. 14 die in 1780 werden gepubliceerd. Werken in standaard driedelige vorm voor een begeleiding met strijkorkest en continuo hoorns ad lib duiken even op in nr. 1 en 5 die kwalitatief niet eens zoveel onderdoen voor celloconcerten van Boccherini en Haydn.

Het typisch zangerige Italiaanse karakter verleent charme aan deze concerten waarin virtuoze bravoure en lyriek mooi samengaan. Even klinkt soms iets door van wat op Ierse vioolstijl lijkt en wijst op bekendheid met de veelzijdige Londense muziekcultuur uit die tijd.

Gelukkig houden de voortreffelijke solist Balázs Máté en het eveneens op ‘oude instrumenten’ spelende Aura musicale ensemble zich aan stilistisch wezenlijke uitvoeringsnormen.

We horen mooie dialogen en goed afgewerkte, maar beslist niet gladde vertolkingen die in de snelle delen zorgen voor ritmische veerkracht en vlotte energie en die in de langzame delen even wat rust voor bezinning tonen. Goed dat dit moois nu zo mooi is ontsloten en vreemd dat we nooit eerder van deze componist hebben vernomen.