CD Recensies

CHISHOLM: VIOOLCONCERT; DANCE SUITE E.A.

Chisholm: Vioolconcert; ’Song of the mavis’, ‘Ossianic lay’ en ‘Port a beul’ uit From the true edge of the great world; Dance suite voor piano en orkest. Matthew Trusler (v) en Danny Driver met het BBC Schots orkest o.l.v. Martyn Brabbins. Hyperion CDA 68208 (62’32”). 2016

 

Ook al ging hij in 1945 voor een professoraat in 1945 naar Kaapstad, de Schotse componist Erik Chisholm (1904-1965) bleef in musicis zijn vaderland altijd trouw. Hij was tevens organist, maar schreef als componist feitelijk steeds in alle genres en was zelf aanvankelijk vooral in Glasgow werkzaam als opera- en balletdirigent.

Tot nu toe waren weliswaar aardig wat werken van hem opgenomen, bijvoorbeeld de Symfonie nr. 2 ‘Ossian’ (Yates, Dutton Labs CDLX 7196), de Pianoconcerten nr. 1 ‘Pìobaireachd’ en 2 ‘Hindustani’ door Driver (Hyperion CDA 67880) en verder  vooral piano solowerken van hem door Murray McLaglan (Dunelm records DRD 0223). Dat betrof delen uit zijn Preludes, Airs from the Patrick MacDonald collection, de Petite suite, de Pianosonate en 22 Scottish airs for children.

Als er niet een door zijn dochter Morag geleide trust en een door John Purser geschreven biografie waren geweest, had de muziekindustrie waarschijnlijk weinig aandacht aan hem besteed.

Het Vioolconcert is uit 1950 en werd in Kaapstad ten doop gehouden door Szymon Goldberg. Dat sprake is van Hindoestaanse invloeden blijkt meteen uit de titel van het eerste deel Passacaglia telescopio (in modo Vasantee). Het vormt de inleiding tot een vierdelig, vrij turbulent werk tot en met de wild dansende Fuga senza tema. Meer Hindoestaans treffen we aan in het derde deel Aria in modo Sohani dat gelukkig ook rustiger momenten kent.

De eilandjes Air and Oir (gaelic voor ‘aan de rand’) dienden als inspiratiebron voor From the true edge of the great world uit 1943. De orkestratie brengt mooi meer kleur aan in deze georkestreerde pianomuziek. Het gaat het om drie georkestreerde deeltjes uit de Preludes.

Dan komt de verrassing: Constant Lambert blijkt tijdens het ISCM Festival 12 juni 1933 met het Concertgebouworkest als pianosolist en dirigent de première te hebben gegeven van de driedelige Danssuite met een prominente rol voor de vleugel. Het werk is opgedragen aan de echtgenote van de componist en kent ook weer heftige momenten. Maar hier is de Schotse invloed heel sterk (doedelzakeffecten in ‘Piobaireachd’).

Fijn dat Hyperion ons ruim een uur laat kennismaken met een onconventionele, oorspronkelijke en onbekende componist die met zijn soms wat rouwdouwerige, uitbundige, dissonante en bepaald non-conformistische muziek weet te boeien.