Chopin: Pianosonate nr. 2 in bes op. 35; Barcarolle in Fis op. 60; Nouvelles Études nr. 1-3; Polonaises in c op. 40/2 en fis op. 44; Nocturne in g op. 15/3. Dinara Klinton. Narowy Instytut Fryderyka Chopina NIFCCD 218 (66’34”). 2016

De uit de Oekraïne komende pianiste Dinara Klinton studeerde in Moskou en Londen en eindigende dankzij de invloed van Martha Argerich als elfde van de 455 kandidaten tijdens het Chopinconcours 2015 in Warschau. Meteen daarop maakte ze een prachtige, eerder hier besproken cd van de 12 Études d’exécution transcendante (Genuin GEN 16409) en het jaar daarop keerde ze terug naar Warschau om zich nog eens aan Chopin te wijden met composities waarin ze schitterde tijdens die wedstrijd.

Dat ze zich goed thuis voelt in deze materie, blijkt noot voor noot. Ze toont vooral een haast aangeboren lijkend gevoel voor het dichterlijke karakter van veel van Chopins werken. De muziek stroomt op natuurlijke wijze en waar echt moet worden geïnterpreteerd, is sprake van goed inzicht.

De Pianosonate nr. 2 krijgt zo het juiste soort urgentie; de treurmars wordt niet te snel genomen en klinkt intens.

Een grote technische beheersing spreekt uit de drie Études, maar daar wordt ook gevoel in gelegd. De Barcarolle krijgt een mooi wiegend vermogen en beide Polonaises zijn vervuld van uitdagende trots. De rust keer met de milde Nocturne weer tot slot.

Dinara Klinton: een pianiste om in de gaten te houden. Afwachten of een groot internationaal label zich over haar gaat ontfermen.