Couperin, L: Dansen uit het Bauyn manuscript. Prélude nr. 1 in d; Allemande nr. 36 in d; Courante nr. 43 in d; Sarabande nr. 51 in dl Gavotte nr. 124 in d; Canaries nr. 52 in d; Chaconne nr. 56 in d; Allemande grave in F nr. 67; Chaconne in F nr. 78; Chaconne ou Passacaille in g nr. 96; Allemande in g nr. 93; Courante in g nr. 94; Sarabande in g nr. 95; Gigue in c nr. 33; Passacaille in g nr. 98; Le tombeau de M. de Blancrocher nr. 81; Prélude in A nr. 8; Courante uin A nr. 112; Sarabande in A nr. 113; Sarabande in a nr. 110; Gigue in A nr. 114’ Pavane in fis nr. 120. Pavel Kolesnikv. Hyperion CDA 68224 (78’58”). 2017
Het in de Parijse Bibliothèque nationale bewaarde Bauyn manuscript uit rond 1690 bevat een verzameling van toen beschikbare klavecimbelwerken van Champion de Chambonières, Nicolas Lebègue, Jacquet de la Guerre, d’Anglebert, Louis Couperin, Froberger en anderen. Het belangrijkst daaruit is een 122-tal werden van Louis Couperin.
Daaruit koos de in 1989 in Novosibirsk geboren pianist Pavel Kolesnikov 22 stuks uit voor deze opname. Eerder had hij De maanden van Tchaikovsky (Hyperion CDA 68028) en Mazurka’s van Chopin (Hyperion CDA 68137 opgenomen.
Louis Couperin (ca. 1626-1661) schreef lang niet zoveel muziek als zijn beroemde neef François, maar wat hij schreef is van uitstekende kwaliteit. Er is over hem gezegd dat hij in een paar maten een synthese weet te bereiken tussen gratie en grandeur en met emotionele middelen een grote diepgang weet te bereiken.
Misschien is het te betreuren dat Kolesnikov een piano in plaats van een klavecimbel bespeelt, maar zover het mogelijk is bereikt hij ook zo in deze intieme, vaak introverte miniaturen een sfeer met het juiste karakter.