CD Recensies

CARREÑO: PIANOWERKEN, ALEXANDRA OEHLER

Carreño: Wals op. 9 ‘Corbeille de fleurs’, Ballade op. 15; Elegieën nr.1 op 17 ‘Plainte’ en 2 op. 18 ‘Partie’; Méditation op. 28 ‘Un rêve en mer’; Mazurka op. 30 ‘Mazurka de salon’; Esquisses italiennes nr. 1 en 2 op. 33; Intermezzo scherzoso op. 34; Berceuse op. 35 ‘Le sommeil de l’enfant’; Highland op. 38 ’Souvenir de l’Escosse’; Fantasie-valse op. 39; Wals ‘Mi Teresita’. Alexandra Oehler. Ars. Musici AM 1258-2 (60’30”). 1998 

 

Carreño: Nocturne op. 10 ’Souvenirs de mon pays’; Caprice-études nr. 1 op. 4 en 2 op. 6; Prière op. 12; Rêverie-impromptu op. 3; Marche funèbre op. 11; Elegie op.18; ’Mélodie nr. 6’ uit Plaintes au bord d’une tombe op. 22; Impromptu op. 5 ‘Une larme’; Gottschalk waltz op. 1. Alexandra Oehler. Grand Piano GP 660 (66’29”). 2013

 

Ze moet meer allure en artistieke uitstraling hebben gehad dan Clara Schumann, de Venezolaanse laat negentiende eeuwse pianiste, componiste, zangeres en dirigente Teresa Carreño (1853-1917). Ze trouwde viermaal, o.a. eenmaal met Eugen d’Albert en ze moet ook een formidabel artieste in meerderlei muzikaal opzicht zijn geweest als we de beschrijving van Von Bülow mogen geloven.

Als componiste vond ze haar inspiratie logischerwijze bij Chopin, Mendelssohn en Schumann maar voegde daar een scheut Latijns temperament aan toe in vele van haar zeer diverse werken. Dat gaat van de extroverte virtuositeit van Corbeille de fleurs en de Ballade tot de meer naar binnen gerichte late werken.

Het treffendst zin haarschijn de belde Elegieën die werden geschreven naar aanleiding van de dood van een vriend. Salonmuziek misschien, maar dan wel op behoorlijk hoog niveau.

Alexandra Oehler blinkt uit in de rustiger, dromeriger werken, maar had wat meer bravoure mogen tonen in de extroverte. Toch is dit tweetal portretten over het geheel mooi geslaagd