Chopin: Nocturnes nr. 1-20. Ingrid Fliter. Linn CKD 565 (2 cd’s, 1u. 47’07”). 2017
De Argentijnse Ingrid Fliter viel voor het eerst als Chopinvertolkster op in 2006 toen ze de debuteerde met de cd Ingrid Fliter plays Chopin met een brede selectie werken, afgesloten met Piazzolla’s Adios nonino (VAI VAIA 1250 en 1251). De Pianosonate nr. 3, 3 Mazurka’s, 4 Walsen, de Barcarolle en de Ballade nr. 4 kwamen vervolgens aan de beurt (EMI 514.899-2) en daarna de Walsen (EMI 698.351-2).
Toen stapte ze over naar Linn voor een opnamereeks die begon met de beide Pianoconcerten (Linn CKD 455) en vervolgde met de Préludes (Linn CKD 475) en nu zijn dus de Nocturnes aan de beurt.
De vele verschillende opusnummer van 9-72 geven aan dat Chopin gedurende zijn hele werkzame leven Nocturnes schreef. Grappig, behalve in de drie uit op. 9 verschenen ze ale in paren van twee. Het is een vrij vocale vorm en de componist had het dan ook vaak over ‘zingen met de vingers’. Dat is dan ook wat de tot nu toe beste vertolkster van deze werken, Maria João Pires deed (DG 447.092-2).
Ook Ingrid Fliter benadert als bewezen ’natuurlijke’ goede Chopinvertolkster deze werken van de zangerige kant, onbevangen en bedachtzaam, maar vervalt gelukkig niet in het behaagzieke. Zo’n van het juiste inzicht getuigende opname is ook het verzamelen waard.
Fijn dat Fliter als laatste ook de Nocturne in cis CT. 127, KK. IVa/16 opnam, maar in tegenstelling tot Pires liet ze die in c KK. IVb/8 weg.