CD Recensies

COUPERIN, F.: NATIONS, LES, ROUSSET

Couperin, F.: Les nations. Premier ordre ‘La françoise’; Deuxième ordre ‘L’espagnole’; Troisième ordre ‘L’impériale; Quatrième ordre ‘La Piamontoise’. Les talens lyriques o.l.v. Christophe Rousset. Aparté AP 197 (2 cd’s, 1u. 49’01”). 2018

 

Wel vijfendertig jaar vergingen voordat François Couperin 1n 1726 de 36 deeltjes van zijn vier banden met als steeds inventieve triosonates en suites af had en kon publiceren. Hij tracht hierin de muziekstijl van verschillende landen te illustreren, al zal men daarin moeilijk slagen in L’Impéiale en L’Espagnole.

De interpretatie van deze werken biedt een zekere mate van vrijheid wat de bezetting betreft.Meestal is gekozen voor twee melodiestemmen en b.c. blijkt uit de meeste van de bestaande opnamen van Musica ad Rhenum (Brilliant Classics 94427), de Accademia Farnese (Mondo Musica MM 96016), Musica antiqua Keulen (Archiv 427.164-2), de Europese baroksolisten (Denon CO 74408/9), het Kuijken ensemble (Accent ACC 9285/6), Juilliard Baroque (Naxos 8.5734-347/8) en Les ombres (Ambronay AMY 035). 

Het verst ging daarin het Purcell kwartet (Chandos CHAN 0684). Maar toevoeging van een stel fluiten en hobo’s, een fagot, een theorbe en eventueel een gitaar doet wonderen om meer kleur aan te brengen op de wangen van deze muziek. Dat is precies wat het uit Gilone Gaubert en Gabriel Grosbard (v), Jocelyn Daubigney en Stefanie Troffaes (fl), Josep Domenech en Thomas Meraner (h), Eyal Streett (fag), Alsushi Sakai (vdg) en Laura Mónica Pustilnik (theorbe) bestaande ensemble  Les talens lyriques doet en wat vermoedelijk ook usance was aan het hof van Lodewijk IV.

Dat werpt bijzondere vruchten af, zoals in de ‘chaconne’ van L’Impériale. De verlangde sfeer kan zich steeds mooi ontwikkelen en die diversiteit is gezond. De afzonderlijk delen worden steeds met finesse gespeeld en de notes inégales worden slim aangebracht. In de allemande uit ‘La françoise’ steekt een statige hofdans, de fluiten en hobo’s zijn heel welkom in de courantes.

Fluiten spelen ook een belangrijke rol in de ‘sarabande’ van La piémontaise en de sonate uit L’impériale doet het fraai met 2 violen, gamba en klavecimbel. Het komt alles ten goede aan Couperins vernuftige contrapunt.

Alleen de vertolking van Les ombres komt in de buurt van deze fijne realisatie.