Chaminade: Pianotrio nr. 2 in a op. 34; Chausson: Pianotrio nr. 1 in g op. 3. Atlantic trio. Quintone Q 15004 (55’26”). 2015

Onder de titel Le salon de Chausson duikt het uit Janneke van Prooyen (v), Ansfried Plat (vc) en Bas Verheijden (p) bestaande Atlantic trio in de wereld van Chaminade en Chausson. Chaminade noch Chausson mogen dan wel niet zo’n uitgesproken duidelijke stem in hun trio’s hebben als Mendelssohn en Schumann en de oorspronkelijkheid van Brahms en Fauré missen, er schuilt voldoende elegantie en vakmanschap in hun werken om ze de moeite waard te maken.

Luister bij Chaminade maar eens naar het expressieve lento cantabile (tweede deel) luisteren om te ervaren hoe waar dat is wat dit werk uit 1880 betreft.

Het eerste Pianotrio van Ernest Chausson ontstond een jaar later en is bekender. Het is een nobel en welluidend jeugdwerk dat zoals vaak hooguit wat te lijden heeft onder een ‘dikke’ textuur, maar die wordt aardig gecompenseerd door de grote energie van de muziek. Dat heeft het Atlantic trio goed begrepen.

Daarom is het goed dat deze werken eens onder de aandacht worden gebracht en we mogen erkentelijk zijn dat het meteen zo goed gebeurt. Vooral de rol van de subtiele pianist valt te loven.

Voor wie meer van dit repertoire wil horen: het Parnassus trio nam de beide Pianotrio’s van Cécile Chaminade op, samen met het Capriccio, 3 Stukken, de Romanza appassionata en Sommeil d’enfant (MDG MDG 303-2002-2) en van het trio van Chausson bestaan anders gekoppelde versie van het Beaux Arts trio (Philips 411.141-2) met Ravel en Les musiciens (Harmonia Mundi HMC 90.1115) logisch samen met trio nr. 2 in A op. 30.

Het is misschien nog wel aardig om even te vermelden dat het Atlantic trio met zeven vrienden in 2015 meewerkte aan het gratis door Klassieke Zaken aangeboden cd’tje van Tijl Beckland met muziek van zijn grootvader.