Couperin, F.: Concerts royaux nr. 1 in G, 2 in D, 3 in A en 4 in a. Les talens lyriques o.l.v. Christophe Rousset. Aparté AP 196 (62’12”).
François Couperin ‘le grand’ trouw in dienst aan het Franse hof tijdens de regering van Lodewijk XIV, wiens dagen als koning toen al waren geteld en de ‘Grand siècle’ van Charpentier en Lully maakte geleidelijk plaats voor die van Lalande en Couperin. De laatste schreef zijn vier Concerts royaux in 1714 voor uitvoeringen op zondagen in de koninklijke vertrekken. Daarbij liet hij de bezetting van die vijf- tot zevendelige kostelijke, in typisch Franse stijl geschreven werken over aan de uitvoerende musici.
Christophe Rousset heeft, getuigend van goede smaak en veel inzicht, gekozen voor de vrij sobere bezetting van Stéphanie-Marie Degand (v), Georges Barthel (fl), Patrick Beaugiraud (h), Atsushi Sakaï (vdg) en Christophe Rousset (kl).
Jordi Savall maakte in 2004 met zijn Concert des nations een andere keuze voor viool, 2 basse de violon, theorbe of gitaar, traverso, hobo en klavecimbel en dus voor een wat rijkere klank (Alia Vox AV 9840).Maar er is ook een nog bescheidener vorm met alleen viool, viola da gamba en klavecimbel van het trio Sonnerie (ASV CDGAU 101).
In zoverre bewandelt Rousset de gulden middenweg. De musici spelen de muziek warmbloedig en met esprit en de opname heeft een gunstige ambiance en klinkt mooi present.