CD Recensies

CHARPENTIER, M.A.: HISTOIRES SACRÉES

Charpentier, M.A.: Caecilia, virgo et martyr H. 397; Motet pour les trépassés ‘Miseremini mei’ H. 311; Dialogus inter Magdalenam et Jesum H. 423; Judith sive Bethulia liberata H. 391; Mos Saulis et Jonathan H. 403; Dialogus inter Christum et peccatores H. 425; Dialogus inter Christum et homines H. 417; Elevation H.408; Pestis Mediolanensis H. 398. Ensemble Correspondances o.l.v. Sébastien Daucé. Harmonia Mundi HMM 90.2280/1 (2 cd’s, 2u., 40’51”). 2016

Dat Marc-Antoine Charpentier (1643 - 1704) in Rome waarschijnlijk bij Carissimi studeerde liet in zijn latere leven toen hij eerst aan de Jezuietenkerk St.Louis in Parijs en later aan de Sint-Chapelle werkzaam was, zijn sporen na. Zijn gewijde muziek was namelijk vooral naar Italiaans model, maar dan wel met een Franse expressie: met de ‘officiële’ grandeur van het grand motet, de declamatorische manieren van het hof en de aan Lully ontleende récitvorm. Vaak ook met mooie versieringen. Feitelijk was Charpentier in zijn tijd de enige Franse componist die kwalitatief hoogwaardige geestelijke muziek schreef.

Dat blijkt natuurlijk vooral uit zijn bekendste werk op dit gebied, het Te Deum H.146 (Hervé Niquet op Glossa GCD 921603), maar ook uit de Dialogus inter angelum et pastores H. 406 (met Lesne op Naïve-Astrée E 8821. 

Maar nu ook met de onder de titel Histoires sacrées de Charpentier door Daucé bijeengebrachte geestelijke vocale werken met in totaal 65 korte nummers. Met de Litanies de la vierge voor De Guise (Harmonia Mundi HMC 90.2169), Pastorale de Noël (Harmonia Mundi HMC 90.2247) en O Marial: Psaumes & motets (Zig-Zag Territoires ZZT 100601) had Daucé ons al eerder goed ingeleid in deze schone wereld.

Hier herhaalt hij met zijn ensemble die mooie prestaties.