Shchedrin: Anna Karenina. Bolshoi theaterorkest o.l.v. Yuri Simonov. Melodiya MEL CD 10.02954 (2 cd’s, 1u. 45’52”). 1972
Carlson: Anna Karenina. Kelly Kaduce (s., Anna), Robert Gierlach (t., Vronsky), Christian van Horn (b., Karenin), Brandon Jovanovich (t., Levin), Sarah Coburn (s., Kitty), Christine Abraham (ms., Dolly), Josepha Gayer (ms., Betsy), William Joiner (t., Stiva), Rosalind Elias (ms., Agafia) e.a. met het St. Louis symfonie orkest o.l.v. Stewart Robertson. Signum SIGCD 154 (2 cd’s, 2u., 19’35”). 2007
Is het eigenlijk niet opvallend dat geen enkele Russische componist een volwaardige opera besteedde an Tolstoi’s Anna Karenina, dat sinds 1878 tot de meesterwerken uit de Russische literatuur behoort? Verfilmd is het werk wel driemaal (een keer met Greta Garbo, een andere met Vivien Leigh) en o.a. Constant Lambert schreef daar filmmuziek voor (Chandos CHAN 10459).
Rodion Shchedrin maakte wel een ballet in drie aktes met 21 delen en noemde dat in 1971 ‘Lyrische scènes’. Er komen naast een omvangrijke orkestbezetting alleen een sopraan en een tenor aan te pas in het duet van Anna en Vronsky in Italië. Verder ook soli voor piano en contrabas. Er moet ook een opera van de Brit Iain Hamilton uit 1978 zijn, maar die heeft het niet gered.
Het wachten was op de Amerikaan David Carlson die in 2007 op een libretto van Colin Graham voor de eerste opera over de tragische Anna en haar strijd om persoonlijke vrijheid in een tijd van strikte conventies in een haar vijandige wereld. Zijn werk is in twee aktes met een proloog en een epiloog.
Dat libretto was eigenlijk geschreven voor Benjamin Britten in diens laatste jaren, maar dat project strandde in de politieke strubbelingen van de Koude Oorlog. Terwijl hierin niets is afgedaan van de geschiedenis van de gepassioneerde en daarmee haast op zelfvernietiging gerichte Anna, de charmante Vronsky en de afstandelijke Karenin, geeft hij veel aandacht aan de goed door Brandon Jovanovich gezongen Levin die wel aan die drang tot zelfopoffering ontkwam en aan de wijze oude verpleegster Agafia, een prachtrol voor de in middels zelf bejaarde (78) Rosalind Elias. Hij weet daarin ook goed het labiele karakter van Anna te duiden. Ook de beide Alexeis krijgen van een tweetal baritons een goede eigen persoonlijkheid. Christine Abraham is een uitstekende, loyale en heldhaftige Dolly, William Joiner weet zowel de charme als de onoprechtheid van Stiva duidelijk te maken en Sarah Coburn zet een gevoelige en oprechte Kitty neer. Stewart Robinson dirigeert het werk met gezag en de opname slaagde heel redelijk, maar klinkt hooguit wat droog. Hij weet daarin ook goed het labiele karakter van Anna te duiden. Ook de beide Alexeis krijgen van een tweetal baritons een goede eigen persoonlijkheid. Hij zorgde voor toegankelijke muziek van een redelijk rijk romantisch gehalte met mooie, goed zingbare melodieën voor de vele solisten en een mooi opgebouwde spanning die de aandacht geboeid houdt.