CD Recensies

CACCINI, F.: LIBERATIONE DI RUGGIERO DALL'ISOLA DI ALCINA

Caccini, F.: Liberatione di Ruggiero dall’isola di Alcina. Michaela Riener (ms., Alcina), Achim Schulz (t., Ruggiero), Sabine Lutzenberger (ms., Melissa),  Avelle Bernade (ms., Nunzia), Katelijne van Laetham (s., Sirena), Matthew Vine (t., Nettuno Astolfo) met het Huelgas ensemble o.l.v. Paul van Nevel. Duitse Harmonia Mundi 88985-33876-2 (2 cd’s, 1u., 25’36”). 2016

Francesca Caccini (1587 - na 1641) behoort tot de eerste generatie vrouwelijke Italiaanse componisten. De appel viel bij haar niet ver van de stan, want ze werd ingewijd in de muziek door haar vader Giulio Caccini, de beroemde grondlegger van de monodie en ze zong al op dertienjarige leeftijd in een van de eerste opera’s ooit, L’Euridice van Jacopo Peri.Kinderen waren in die tijd vaak voorlijk.

Daarna ontwikkelde ze zich tot een belangwekkende componiste aan het hof van De Medici in Florence en behoorde daar tot de bestbetaalde musici.

Naast Il primo libro della musiche uit 1618 schreef ze drie opera’s. Daarvan zijn La Stava en Ballo delle Zigane verloren gegaan, maar gelukkig rest ons  

Liberatione di Ruggiero dall’isola di Alcina uit 1625.

Dit werk werd opgevoerd ter ere van het bezoek van prins Wladislav van Polen. Het werj maakte zo’n indruk op de Poolse gast, dat hij, eenmaal terug in Polen, een operatheater stichtte en Francesca Caccini uitnodigde om haar opera ook daar op de planken te brengen.

De uitvoering door het Huelgas ensemble bezit om te beginnen de juiste, intieme sfeer van een kameropera als quasi conversatiestuk mt ongeforceerde zang en helder ensemblespel met mooi aangebrachte nuancen. Michaela Riener heeft inderdaad een betoverende stem als de wanhopige tovenares Alcina nadat Ruggiero besloot om haar te verlaten nadat ze haar macht over hem had verloren. Achim Schulz met zijn plezierige tenor, toont goed zijn groeiend zelfvertrouwen als Ruggiero. Ook de rest van de bezetting met voorop Sabine Lutzenberger als bekoorlijk androgyne Melissa voldoet goed. Dat geldt ook voor de watergeesten, monsters en betoverde planten door het koor. Hooguit kan men bij de solisten soms even moeite hebben met de uitwerking der versieringen.