Constant: Impressions de Pelléas; Debussy: Prélude à l’après d’un faune (bew.); En blanc et noir (bew.). Lore Binon (s., Mélisande), Yves Saelens (t., Pelléas), Pierre-Yves Pruvot (b., Golaud), Tijl Faveyts (bs., Arkel), Angélique Noldus (ms., Geneviève), Camille Bauer (ms., Golaud) en Inge Spinette (p) en Jan Michels (p). Fuga Libera FUG 610 (2 cd’s, 2u., 03’33”). 2018
Negen jaar schaafde Claude Debussy aan zijn enige voltooide opera Pelléas et Mélisande. Het was voor hem een groot muzikaal experiment. Wanneer hij enige delen gereed had, bereidde de componist een intieme kamermuziekversie van operafragmenten voor. Salonvrienden mochten daar dan hun kritiek op uiten.
In diezelfde onderzoekende geest heeft de componist Marius Constant (1925 - 2004) zich in 1992 voor een bekorte versie met begeleiding door slechts 2 piano’s, nadat hij in 1983 al een op de opera gebaseerde Symfonie had gecomponeerd.
Het werk voor zes vocalisten en twee pianisten dat slechts zo’n 95 minuten in plaats van twee en een half uur duurt door scènes te schrappen of te bekorten. Beter was geweest als Constant bv. een strijkkwartet had gebruikt in plaats van twee wat dunnetjes klinkende piano’s. Lore Binon is een mooi pure Mélisande, Yves Saelens een aantrekkelijke Pelléas, Pierre-Yves Prunot een dramatische, maar niet steeds zuiver zingende Golaud, Tijl Favayts brengt een royale stem mee als de oude Arkel.
Het is interessant te horen hoe Constant deze opera comprimeerde tot zakformaat met behoud van de essentie.
De twee Transcripties voor 2 piano’s van grootschaliger werken van Debussy, worden uitgevoerd op twee op verzoek van Barenboim door Chris Maene gebouwde vleugels. In hun vertolking daarvan springen Inge Spinette en Jan Michels nogal gul om met rallentando en rubato en versterken zo de indruk van de overbodigheid van dergelijke bewerkingen.