Couperin, F.: Trio’s voor 2 klavecimbels. L’apothéose de Lully; ‘Apothéose de Corelli’ uit La parnasse; L’espagnole’, ‘La française’, ’L’impériale, ‘La piemontoise’ uit Les nations. Gian Luca Rovelli en Marco Gaggini (kl). Brilliant Classics 95752 (2 cd’s, 2u. 24’46”). 2018 

Met deze muziek staan we aan de wieg van de programmamuziek. L’apothéose de Lully droeg Couperin de Grote op aan Lully die als grondlegger van de Franse barokmuziek geldt en Apothéose de Corelli is een eerbetoon aan Arcangelo Corelli die in Italië baanbrekend werk verrichtte. Samen bereikten zij volgens Couperin de top van de in de Griekse mythologie heilige berg Parnassus. Begeleid door Apollo versmolten ze de Franse en de Italiaanse stijl tot een fraai stijlcompromis van Italiaanse vlotte en langzame tempo afwisseling en Franse gestileerde dansen in suitevorm.

Met muziek die min of meer was opgedragen een Frankrijk, Spanje, het Duitse keizerrijk en Piedmonte als deel van het koninkrijk Sardinië. Over de praktische invulling van de manier waarop deze composities moesten worden worden uitgevoerd, dacht de componist heel vrij en makkelijk.

In het voorwoord bij L’apothéose de Lully noteerde hij: ‘Dit trio, net als Apothéose de Corelli, en in feite al mijn trio’s kunnen op twee klavecimbels of op elke willekeurige andere instrumentale combinatie worden uitgevoerd. Zelf speel ik ze met mijn familie en mijn studenten met succes’.

In 2017 gaf La simphonie du Marais o.l.v. Hugo Reyne (Musique à la Chabotterie 605018) een recent voorbeeld van de gangbare uitvoeringswijze, maar hier grijpen de Italiaanse klavecinisten Gian Luca Rovelli en Marco Gaggini dankbaar de mogelijkheid aan om ze op twee klavecimbels (een Hemsch kopie uit 1736 van Augusto Bonza en een Taskin kopie van uit 1768 van Tony Chinnery) te spelen. Dat gebeurt gelukkig op een heel mooi, goed geïntegreerde manier met heldere stemvoering.