CD Recensies

CHARPENTIER, M.A.: ORPHÉE DESCENDANT AUX ENFERS; LA DESCENTE D'ORPHÉE AUX ENFERS

Charpentier, M.A.: Orphée descendant aux enfers H. 471, La descente dOrphée aux enfers H. 488. Reinoud van Mechelen (t) met Vox luminis en A nocte temporis o.l.v. Lionel Meunier. Alpha ALPHA 566 (82’19”). 2019

Met Actéón, David et Jonathan en Médée behoort de combinatie van Orphée descendant aux enfers H. 471, Orphée aux enfers H. 488 tot de belangrijkste werken op operagebied van Marc Antoine Charpentier (1643 - 1704). Hij schreef Orphée descendant aux enfers tachtig jaar na Monteverdi’s baanbrekende L’Orfeo over hetzelfde thema die 24 februari 1607 in Mantua in première ging en bewees hoe vruchtbaar hij de invloeden van Carissimi had geassimileerd. De herkomst van het libretto is onbekend, maar in de elegische tekst blijkt hoe Orfeus de zoektocht naar zijn verloren  geliefde volvoert.

Maar in 1687 kwam hij met Orphée aux enfers nader in een opera in twee aktes op het onderwerp terug. Er moet ook een derde akte zijn geweest, waarin Orfeus opnieuw Eurydice verliest, maar waarin ze door interventie van de Maenades wordt gered.

Van La descente dOrphée aux enfers bestonden al drie opname, met die van Sébastien Daucé als de mooiste (Harmonia Mundi HMM 90.2279), maar 

van Orphée descendant aux enfers bestaat geen eerdere volledige opname.  Er waren slechts wat gedeelten van het Ricercar Ensemble o.l.v. Henri Ledroit (Ricercar 20672-2) uit 1986, maar in die behoefte naar het geheel is nu meteen goed voorzien, want de rol van Orfeus lijkt Reinoud van Mechelen op het lijf geschreven. Hooguit een countertenor was in deze rol nog beter op zijn plaats geweest.

Samen met de stemmen van Déborah Cachet (s), Geoffroy Buffière (bs) en Stefanie True (s) van Vox Luminis zijn de overige rollen mooi harmonieus  aangevuld. Met de stijlvolle begeleiding door A nocte temporis o.l.v. Lionel Meunier ontstond een prachtig geheel.