Carissimi: Jephte; Judicium Salomonis; Historia di Jonas. Gabrieli consort ad players o.l.v. Paul McCreesh. Meridian CDE 84304, Brilliant Classics 93725 (53’27”). 1995
Een van de bronnen van het oratorium - gewijde muziek voor solisten, koor en orkest, bestemd voor concertante uitvoering - als muziekgenre waren de lauden (lofzangen) die in het midden van de zestiende eeuw als ’spirituele oefeningen’ in Rome werden gezongen tijdens de door Filipo Romolo Neri (1515 - 1595) van de Congregazione dell’oratoio ingestelde diensten om de losbandige jeugd van de straat te houden. Die diensten vonden plaats in een gebedsruimte of oratorium en ze verspreidden zich over tal van steden. Aan het begin van de zeventiende eeuw kreeg de op bijbelverhalen gebaseerde muziek soms meer het karakter van de opera.
Een van de vroegste en mooiste voorbeelden in Jephte, een meesterwerk dat op één lijn staat met Monteverdi’s bekende Il combattimento di Tancredi e Clorinda.
In Carissimi’s werk sluit de onwettig geboren Israëlische leider Jephta een verbond met God dat hij als deze zorgt voor de overwinning van Ammon de eerste persoon die hij na zijn overwinning treft aan hem zal offeren. Helaas betreft dat zijn enige dochter Filia die getrouwd is met de grote strijder Hamor. Dat verhaal heeft twee eindes. Het ene is dat Jephta op het punt van het doden van Filia een engel verschijnt die aankondigt dat Filia als ze belooft maagd te blijven en zich geheel aan God te wijden gespaard zal blijven. Dat is de oplossing die Händel koor in 1751 voor zijn Jephta HWV.70 koos en o.a. te beluisteren is aan de hand van de opname van Gardiner (Philips 422.351-2).
Carissimi koos de andere, tragischer oplossing en laat Filia aan haar vader vragen om in plaats van gedood te worden met haar gezellen in de bergen te mogen vluchten waar ze verdere zinloze leven slijten als verworpen maagden.
De priester-componist Giacomo Carissimi (1605 - 1674) die behalve componist ook kapelmeester in één van de vele kerken in Rome was, schreef ook de bondige oratoria Judicium Salomonis over het bekende Salomo’s oordeel en de Historia di Jonas over de geschiedenis van Jonas in de walvis. Op vrij sensuele muziek wordt zo telkens een strijd van de mens met God belicht.
Het Gabrieli consort and players ensemble vertolkt deze muziek onder Paul McCreesh vrijwel ideaal. De koorleden zingen solistisch zowel als in hoor prachtig. Omdat het koor niet beschikt over jongensalten worden hun partijen gezongen door hoge tenoren. Als inleiding wordt een Toccata van Frescobaldi uitgevoerd, want Carissimi voorzag niet in een ouverture.