CD Recensies

CESTI: ORONTEA, L'

Cesti: L’Orontea. Paula Murrihy (s., Orontea), Sebastian Geyer (b., Creonte), Juanita Lascarro (s., Tibrino, Amore), Guy de Mey (t., Aristea), Xavier Sabato (ct., Alidoro), Simon Bailey (bs., Gelone), Matthias Rexroth (ct., Corindo), Louise Alder (s., Silandra), Kateryna Kasper (s., Giacinta) en Katharina Magiera (a., Filosofia) met het Operakoor Frankfurt en het Monteverdi ensemble o.l.v. Ivor Bolton. Oehms OC 965 (3 cd’s, 2u., 55’21”). 2015

Pietro Antonio Cesti (1623 - 1669) werd in Arezzo geboren en studeerde vermoedelijk bij Abbatini en Carissimi. Van 1645-1648 was hij korte tijd kapelmeester in Volterra waar hij tevens tot priester werd gewijd. Na een korte periode in Innsbruck aan het hof van aartshertog Ferdinand, werd hij zanger in de pauselijke kapel. In 1661 componeerde hij zijn eerste opera La Dori. Maar zijn carrière nam pas echt een hoge vlucht toen hij in 1666 werd benoemd tot kapelmeester aan het Weense hof, waar hij ook zijn bekendste opera Il pomo d’oro componeerde. Daaruit is slechts een selectie opgenomen door William Christie met Judith Nelson en René Jacobs (ORF CD 451). Deze bevat ook fragmenten uit L’Argia, Il Tito en La Semirami.

Tijdens zijn korte periode in Innsbruck had hij groot succes met de subversieve erotische komedie L’Orontea over een Egyptische koningin die verliefd wordt op een mooie, gevluchte schilder. Het werk was meteen na de première een poos lang heel populair, maar werd daarna ook snel weer vergeten, misschien ook omdat het niet het niveau had van de opera’s van Monteverdi en Cavalli. Toch is het best de moeite van een nadere kennismaking waard.

De handeling gaat over een denkbeeldige Egyptische koningin Orontea die verliefd wordt op de gevluchte schilder Alidoro en tot haar schrik merkt dat de meeste dames aan haar hof ook verliefd zijn op hem. In de maalstroom van gebeurtenissen die daaruit volgt spelen haar moralistische raadsman Creonte, het slavenmeisje Giacinta dat al man vermomd de seksueel vraatzuchtige moeder Aristea van de schilder verleidt en de dronken dienaar Celone een rol.

De moraal van het verhaal: zie hoe slecht royalty zich gedraagt. Dat blijkt ook uit de sensuele muziek van Cesti wanneer het plebeïsche stel Silandra en Corindo waarvan laatstgenoemde ook onder de bekoring van Alidoro bezwijkt. Alleen eindigt het werk wat onbevredigend.

Gelukkig beschikt deze uitvoering over een heel geschikt stel zangers. Simon Bailey begint in zijn belangrijke rol als Geloni nog wat kelig in ‘Chi non beve’, maar herstelt zich daarna snel. Louise Adler als Siliandra laat prachtige zwierige dingen horen en zorgt met ‘Addio Corindo’ voor een hoogtepunt. Andere uitblinkers zijn Guy de Mey en Xavier Sabata die een geloofwaargige figuur maakt van de beklagenswaardige Alidoro. Ook Paula Nurrihy is als koningin in heel goede vorm. Luister maar naar haar ‘Intorno all’idol mio’.

Ivor Bolton zorgt voor een zeer goede begeleiding.