Cozzolani: Dialogen met de hemel. Motetten ‘Regna terrae, cantate Deo’; ‘Colligite, pueri, flres’; ‘’Tu dulcis, o bone Jesu’ uit Salmi a otto voci concertanti op. 3; ‘Quid.miseri, quid faciamus?’, ‘Psallite, superi’ uit op. 2; ‘Maria Magdalena stabat’; ‘Ave mater dilectissima’; ‘O caeli vives’, ‘Venite.sodades’. Musica secreta. Linn CKD 113 (61’35”).
Ongeveer een eeuw voordat Vivaldi in Venetië voor weesmeisjes ging componeren en rond dezelfde tijd waarin BarbaraStrozzi haar opmerkelijke solocantates en aria’s schreef, publiceerde Chiara Margarita Cozzolani (1602 - ca. 1677), een zangeres, componiste en non in het Milanese Santa Radegonda klooster twee bundels met motetten waaraan de hier opgenomen werken zijn ontleend.
Dat gebeurde in een tijd waarin het Italiaanse motet een meer persoonlijke en soms haast theatrale vorm kreeg. Verschillende van de hier door Deborah Roberts (s), Tessa Bonner (s), Catherine King (ms), Mary Nichols (a), Caroline Trevor (a), David Miller (chitarone) en John Toll (org) opgenomen werken zijn in dialoogvorm met contrasterende stemmen die verschillende karakters uitbeelden, zoals bijvoorbeeld in ‘Quid.miseri, quid faciamus?’ met zwierige bijdragen van twee sopranen en chitarone begeleiding.
De onmiskenbaar mooiste bijdrage is ‘Psallite, superi’. Musica secreta weet precies hoe deze muziek moet worden voorgedragen. De stemmen mengen prachtig met heldere sopranen en arm klinkende alten die ook de versieringskunst beheersen en een groot bereik aan emoties tonen in hun levendige voordracht. Ook de articulatie is voorbeeldig. Er wordt ferm en zonder enige sentimentaliteit gezongen en gespeeld.
Goed dat een huidige groep zangeressen zich bekommert om een lotgenoot componiste uit een ver verleden.