Chopin: Poolse liederen op. 74 nr. 1-17; Hekserij KK.IVa/11; Dumka KK.IVb/9; Schubert: Sehnsucht D. 359, Mignonliederen nr. 1 ‘Heiß’ mich nicht reden’, 2 ‘So laßt mich scheinen’ D. 727; ‘Nur wer die Sehnsucht kennt’, ‘Heiß mich nicht reden’, ’So laßt mich scheinen’ uit Gesänge aus Wilhelm Meister op. 62, D. 877. Raquel Camarinha (s) en Yoan Héreau. Mirare MIR 448 (64’39”). 2019
De Spaanse sopraan Raquel Camarinha maakte eerder de cd Carnets de voyage (Mirare MIR 432) met liederen van Falla, Delibes, Plaza, Tárrega, Oulman, Boccherini, Villa-Lobos, Piazzolla, Chapi, Rodrigo en Falla. Nu verrast ze met een complete opname van Chopins liederen met als kern de 17 Poolse liederen die rond 1830 werden geschreven en tot zijn vroege werken behoren. Het gaat om vrij simpel aandoend materiaal met een volksmuziek achtergrond in herhaalde versvorm.
Het is aan de vertolker om daar het vereiste gevoel in aan te brengen. Het is ook logisch om dat in de eerste plaats toe te vertrouwen aan Poolse zangeressen als Elzbieta Szmytka (DG 463.072-2), Ewa Podles (Wigmore Hall WHL 0027), Urszula Kryger (Hyperion CDA 67125) en de Oekraïnse Olga Pasichnyk (Naxos 8.572499). Ook de Zweedse Elisabeth Söderström leverde met Vladimir Ashkenazy een heel goede bijdrage (Decca 414.204-2).
Maar als het erom gaat de gevoelens van melancholie en heimwee van de net naar Frankrijk verhuisde componist duidelijk te uiten weet ook de Spaanse sopraan een goede bron aan te boren om de schoonheid van dit materiaal te tonen.
Het was een aardige gedachte om Chopin te combineren met het stel Mignonliederen van Schubert dat ook vol verlangen is. De teksten van Goethe zijn verwerkt tot een ideale symbiose van gedicht en muziek en met haar goed daarop ingestelde Franse begeleider Yoan Héreau komt ze tot een treffend geheel dat een eigen warm plekje in de discotheek verdient.