Chopin: Variaties over ‘La ci darem la mano’ uit Don Giovanni van Mozart op. 2; Fantasie over Poolse melodieën op. 13; Krakowiak, grand rondeau de concert op. 14; Andante spianato et grande Polonaise op. 22. Natasha Paremski met het Moskou filharmonisch orkest o.l.v. Dmitry Yablonsky. Bel Air 2031 (65’15”). 2003

 

Het aardige van deze uitgave is om te beginnen dat hier buiten de beide Pianoconcerten alle werken voor piano en orkest van Chopin zijn bijeengebracht. Twee Russen namen die taak op zich. Inmiddels is Natasha Paremski (1987) al sinds 1995 in de V.S., waar ze verder studeerde bij Earl Wild en Oxana Yablonskaya en net begin 2021 is ze benoemd tot artistiek directeur van de New Yorkse Piano Society.

Beseffende dat ze deze opname op zestienjarige leeftijd maakte, is grote bewondering op zijn plaats. Bewondering voor de poëtische wijze waarmee ze met Chopin omgaat en blijk geeft van diens inventiviteit. Ze speelt gaaf en vloeiend en kiest met de dirigent steeds voor heel plausibele tempi en laat de muziek zijn stuwende kracht ontplooien. 

Zo wordt van het tweede gedeelte uit de Fantasie een teer, opmonterend hoogtepunt gemaakt. In de Krakowiak maakt Chopin van deze dans een levendig rondo vol levensvreugde en dat wordt hier onderstreept. 

Andante spianato et grande Polonaise is knip en plakwerk dat ontstond door  de Grande Polonaise uit 1831 vooraf te laten gaan door het daaraan niet gerelateerde Andante spianato uit 1834. Paremski speelt die inleiding solo en maakt van het hele werk vervolgens vloeibaar goud.

Het hele programma is een toonbeeld van onderhoudend en idiomatisch musiceren op hoog niveau. Beter kunnen deze jeugdwerken van Chopin het haast niet treffen.