CD Recensies

CANTELOUBE: CHANTS D'AUVERGNE, SAMPSON

Canteloube: Chants d’Auvergne. Carolyn Sampson (s) met Tapiola Sinfonietta o.l.v. Pascal Rophé. BIS SACD 2513 (69’02”). 2021
 
Herdersliederen (bailèros) in Occitaans dialect uit de hooglanden van de Franse Auvergne liggen ten grondslag aan de 30 Chants  d’Auvergne die Marie-Joseph Canteloube de Malaret (1879 - 1957) tussen 1924 en 1955 componeerde. Dat volksmuziek zo essentieel voor hem was, ontdekte hij tijdens zijn studie bij Vincent d’Indy door wie hij betrokken raakte bij de conservering van Franse regionale volksmuziek. 
Veel van de liederen die Canteloube verzamelde arrangeerde zijn voor koor of solo met piano. Zijn orkestwerken, koormuziek en kamermuziek zijn wat uit het zicht verdwenen. Het gaat om een prachtige collectie met veel moois uit de regio Midden Frankrijk waar hij geboren en getogen was.
Deze liederen zijn meer dan eenvoudige transcripties. Ze zijn met kennershand geharmoniseerd en georkestreerd. Het lijken wel pastorale toonschilderingen en weerspiegelen Canteloube’s verlangen om de natuurlijke context van de liederen op te roepen. 
Deze liederen beslaan vijf delen met in totaal meer dan dertig stuks. De meeste zangers dir hier een opname van maken, beperken zich tot een selectie. Ze zijn niet zo eenvoudig te zingen, maar de componist verlangde juist geen geschoolde operastem. Hij had een voorkeur voor een aardse, ongekunstelde benadering. Dat was altijd de grote verdienste van de opname van de Oekraïnse Natiana Davrath (1931 - 1987) met haar lieflijke en toch krachtige toon (Vanguard 88002-72, 2 cd’s met 27 liederen). Haar oprechte interpretatie uit 1963/6 zorgt voor een magische landelijke sfeer.  
Carolyn Sampson beperkte zich tot 25 liederen van mooi verschillende aard en zingt deze met veelgevoel voor de folkloristische achtergrond en kleuren en in een heel redelijk Auvergnees. Het Finse orkest met een mooi blazersaandeel zorgt voor een expressieve begeleiding vrolijke ritmen en de nodige flair.