Chédeville: Les impromptus de Fontainebleau. Jean-Pierre van Hees (musette) en Pieterjan van Kerckhoven (musette). Et’cetera KTC 1716 (72’40”). 2021

 

Heeft u ooit twee musettes samen horen spelen? Waarschijnlijk niet, maar dan biedt zich hier een gelegenheid om dat wel te beleven. In de Middeleeuwen werd het instrument veelvuldig gebruikt, maar daarna raakte het uit de gratie en bleef het alleen in handen van straatmuzikanten.

Toch heeft de Parijse componist Nicolas Chédeville (1705 - 1785) nog een aantal werken voor dit instrument (zelfs voor twee, zoals hier) geschreven. Hij was de jongste van een zijtak van de Hotteterre’s die blaasinstrumenten maakte en bespeelden aan het hof in Versailles.

Hij schreef werken in twee categorieën, de ene niet te moeilijk voor amateurs, de andere die veeleisender is voor beroepsmusici. Deze Chédeville speelde ook hobo en gaf les aan de kinderen van de koning, met name aan prinses Victoire.

Jean-Pierre van Hees en Pieterjan van Kerckhoven die zich al sinds de jaren tachtig inzetten om de musette weer populair te maken, maakten een selectie van 39 nummers voor twee musettes, waaronder ‘Les impromptus de Fontainebleau’, ‘Les sentiers d’Avon’, ‘Vallée royale’, ‘Les singes verts’, ‘Gallerie des charvreuils’, ‘Les jardins de Diane’ en ’Le rocher Bouligny’. 

Beschrijvende muziek van taferelen die we ons moeilijk kunnen voorstellen, maar die wel tot de verbeelding spreken en heel aangename muziek in een mooi typisch Franse stijl uit die tijd opleveren en van de vertolkers een grote mate aan virtuositeit verlangen. 

Van Hees en Van Kerckhoven krijgen in deze werken alle kans om de mogelijkheden van hun instrument te exploreren en ze maken daar gretig gebruik van.

Een tip om de kennis van de muziek voor musette en doedelzak van Chédeville uit te breiden, bieden de opnamen van diens ‘Amusement de Bellone’ (Pierre Verany FV 78805-2) en diens Vivaldibewerking ‘Le printemps ou les saisons amusantes’ (Arts 47669-2).