Čiurlionis: Humoresque in g op. 3/2 VL. 162, Préludes in f op. 3/4 VL. 164. b op. 3/1 VL. 169, VL. 182a, fis op. 6/1 VL. 184, fis op. 7/1 VL. 185, B op. 7/3 VL. 186. VL 188, in es op. 11/2, VL. 199 ‘Dainele’, f op. 8/2 VL. 222, a op. 11/1 VL. 230,  Nocturnes in fis op. 4/1 VL. 178,, cis op. 6/2 VL. 183, Impromptu in fis op. 4/2 VL. 181, Mazurka’s in es op. 8/1, in b op. 3/3 VL. 234; Pianosonate VL. 155. Muza Rubackyté. Naxos 8. 572659 (69’24”). 1993

 

De onvolledige natuur van een aantal werken van de ‘vader der Litouwse muziek’ Mikalojus Konstantinas Čiurlionis (1875 - 1911) heeft te maken met de gevolgen van twee wereldoorlogen en zijn vroege overlijden op 35-jarige leeftijd. Het betekent dat de lijst met zijn intacte composities vrij kort is. Het belangrijkste aandeel vormen de Pianowerken, die de in Parijs gevestigde Muza Rubackyté   deels heeft opgenomen. De vervolg cd is Naxos 8.572660.

Niet ale composities zijn voorzien van een opusnummer en daarom voorzag Vytautas Landsbergis ze van VL nummers.

Op de Pianosonate na bevat deze uitgave vooral veel miniaturen. Bij de meeste Preludes gaat het om werken uit de middenperiode; ze zijn meest lyrisch van aard en hebben nogal wat te danken aan Grieg en Szymanowski, maar hebben als ze van latere datum zijn ook iets impressionistisch.

Net als Chopin en Szymanowski kan Čiurlionis heel wat muziek (en niet alleen noten) in een paar minuten produceren. De Pianosonate is natuurlijk een veel substantiëler werk.

Rubackyté begon als wonderkind en ze speelt de muziek van haar landgenoot met een lyrisch toon en veel toewijding. Later werd ze een voortreffelijke Liszt- en Shostakovitch vertolkster. Jammer dat ze voor Naxos niet de gelegenheid kreeg om de pianowerken van Čiurlionis volledig op te nemen.

Nikolaus Lahusen schijnt dat in 2010 wel te hebben gedaan op Celestial Harmonies (5 cd’s).