Crawford Seeger: ‘Music for small orchestra’, ‘Chants’ nr. 1-3, ‘Piano study in mixed accents’, ‘Liederen voor alt, piano, hobo en slagwerk nr. 1-3; Strijkkwartet; ‘Ricercares’ voor zangstem en piano nr. 1 en 2; ‘Andante voor strijkers’, ‘Rissolty rossolty’, ‘John Hardy’, ‘Suite voor 5 blazers’. Lucy Shelton (s), Reinbert de Leeuw (p), Londens kamerkoor en het Schönberg ensemble o.l.v. Oliver Knussen. DG 449.925-2 (71’40”). 1996
De Amerikaanse componiste Ruth Crawford Seeger (1901 – 1953) was gedurende de jaren 1920 en 1930 een ultramoderniste. In die periode ontstond in 1931 haar Blaaskwintet (CPO CPO 999.670-2). Ze ontwikkelde een abstracte, constructivistische methode en streefde naar een systematische, rationele basis als fundament, waarvoor ze de begrippen ‘dissonant contrapunt’ en ‘diafonie’ van haar echtgenoot Charles Seeger gebruikte.
Daarbij heeft het begrip dissonatie niet alleen betrekking op de samenklank, maar ook op de toonhoogte, het ritme en de dynamiek.
Craford Seeger hield zich ook bezig met het bewerken van volksliedjes voor kinderen. Haar waarschijnlijk belangrijkste compositie is het Strijkkwartet uit 1931. De indrukwekkende bewerking van het ‘andante’ daaruit is meteen ook opgenomen. Verder bevat deze uitgave onder meer de ‘Music for small orchestra’ (1926), de ‘Three chants for woman’s choir’(1930), de ‘Three songs for contralto, oboe, percussion and piano’ (1932). Er volgen een paar korte werken en dan eindigt het programma met de Suite voor blaaskwintet (1952) waarin moderne technieken worden losgelaten op volksmuziek. Het leidde een nieuwe ontwikkeling in, die verder tot niets leidde want de componiste overleed een jaar later.
Geen licht verteerbare muziek, maar naarmate men deze beter leert kennen wel heel bijzonder en eigenlijk uniek, precies waarvoor deze herhaald afspeelbare cd met zorgvuldige uitvoeringen zich uitstekend leent. Niet voor niets zegt Knussen hierover: ‘Ruth Crawford Seeger's music grows in stature the more one gets to know it’.