CD Recensies

CHABRIER: ORKESTWERKEN, GARDINER

Chabrier: Suite pastorale; Habanera; España; Larghetto voor hoorn en orkest; Ouverture Gwendoline; Prélude pastoral; Marche française; Fête polonaise. Weens filharmonisch orkest o.l.v. John Eliot Gardiner. DG 447.751-2 (65’53”). 1995

 

Toen Chabrier in 1882 in Spanje was, schijnt hij evenzeer onder de indruk te zijn geraakt van de mooie Spaanse vrouwen als van de dansritmen die hij noteerde. Het resultaat waren Habanera en España als exuberant muzikaal eerbetoon, dat Poulenc in zijn boekje over Chabrier zag als “een portret van de Spaanse muziek door een leerling”. Spaanse componisten waren minder enthousiast en beschouwden deze stukken als een schrille toeristische kijk op hun land.

Voor de meeste luisteraars is het de pure energie van de muziek die ze meesleept. Eenzelfde kwaliteit kenmerkt de Ouverture Gwendolyne, het enige brok dat van die opera nog wel wordt uitgevoerd. Bij de vierdelige Suite pastorale gaat het om een deels georkestreerd pianowerk, de Pièces pittoresques (die in hun geheel zijn vastgelegd door Désiré n’Kaoua (Solstice SOCD 78). Dit werkt roept het zwoele en sensueel warme landschap van Monet op. In de Marche française blijft de componist ook dichter bij huis, voor de Fête polonaise uit de komische opera Le roi malgré lui geeft hij een geanimeerde Poolse dansvorm gestalte. De echter verrassing is waarschijnlijk het tien minuten durende Larghetto waarin hoornist Ronald Janazic mag schitteren.

Gardiner weet de Weners tot briljant, pakkend en mooi genuanceerd spel te brengen.